CD Recensies

BEETHOVEN: SERENADES OP. 8 EN 25

 

Beethoven: Serenades in D op. 8 en in D op. 25. Schönbrunn ensemble: Marten Root (fl), Johannes Leertouwer (v), Irmgard Schaller (va) en Viola de Hoog (vc). Globe GLO 5090 (55’08”). 1992

 

De luchtige en charmante combinatie van fluit, viool en altviool inspireerde de jonge Beethoven tot een onverwacht zorgeloze compositie in serenadevorm als opus 25. De opeenvolging van zes melodieuze en pretentieloze melodieën herinneren in de verte aan Mozarts Fluitkwartetten. De stijlvolle, luchtige, perfect afgewerkte uitvoeringen door leden van het Schönbrunn ensemble doen het werk alle recht en overtuigen qua stijlgetrouwheid meer dan die van Lisa en Pavlo Beznosiuk (Avie AV 2108) en beter dan die van Galway c.s. (RCA RD 87756 en EMI 585.900-2), Zöller c.s. (DG 453.772-2, 6 cd’s) en minstens zo goed als die van het Gaudier ensemble (Hyperion CDA 67526).

Daarentegen is de nog vroegere Serenade op. 8 oorspronkelijk geschreven voor strijktrio en als zodanig o.a. uitgevoerd door het Grumiaux trio (ex Philips) en Mutter/Giurana/Rostropovitch (DG 427.687-2) en Perlman/Zukerman/Harrell (EMI 754.198-2), maar dan beduidend minder ‘authentiek’ en luchtig vertolkt dan hier. 

Van op. 8 bestaan ook bewerkingen voor bewerkingen voor fluit, altviool en cello (Galway c.s. RCA RD 87756) en zelfs voor gitaar, viool en altviool (Conway c.s., Meridian CDE 84199).