CD Recensies

BRITTEN: WAR REQUIEM, MCCREESH, PAPPANO

Britten: War Requiem. Susan Gritton, John Mark Ainsley, Christopher Maltman, Wroclaw filharmonisch koor, Gabrieli young singers scheme, jongenssopranen uit het Oxford New Colle koor, en Gabrieli Consort, Chethams kamerkoor, North East jeugdkoor, Taplow jeugdkoor, Ulster jeugd kamerkoor en Gabrieli Consort en spelers o.l.v. Paul McCreesh. Signum SIGCD 340 (2 cd’s,  1u.14”). 2012

Britten: War Requiem. Anna Netrebko, Ian Bostridge, Thomas Hampson met koor en orkest van de Santa Cecilia academie Rome o.l.v. Antonio Pappano. Warner 615448-2 ( 2 cd’s, 1u. 32’36”). 2013

Het feit dat het 22 november 2013 de symbolische honderdste verjaardag van Benjamin Britten is, uit zich fonografisch met name in een paar nieuwe opnamen van het War Requiem uit 1961.

Daarbij toont Paul McCreesh, die que bezettingskeuze bij de uitvoering van barokmuziek een markante minimalist was, zich sinds zijn aanstelling in Wroclaw bij de realisatie van grootste negentiende en twintigste eeuwse werken als eerder Mendelssohns Eliah (Signum SIGCD 300) en Berlioz’ Grande messe des morts (Signum SIGCD 280) ineens maximalist. Voor deze Britten vertolking bracht hij zo’n 350 musici op de been. Dat mag tot een machtig klinkend geheel leiden, het komt met zo’n gemengd Pools/Brits gezelschap de helderheid en de verstaanbaarheid niet ten goede. Zo machtig als de koren klinken, zo mager steken de soli daarbij af, vooral ook omdat zowel Ainsley als Maltman van nature over vooral tere, intieme stemmen beschikken. Niettemin blinkt Ainsley uit in ‘Move him into the sun’; Maltman daarentegen klinkt soms wat geforceerd. Susan Gritton is zonder blaam in haar prachtig gezongen aria’s.

Het eindresultaat hier is bij vlagen erg mooi, maar als geheel te heterogeen om diepe indruk na te laten. Dat lukt Antonio Pappano juist wel. Met zijn voortreffelijke, gelijkwaardige solisten, een dank zij de dirigent tot de wereldklasse behorend Italiaans koor en orkest weet hij de contrasterende elementen van de traditionele, wat afstandelijke Latijnse teksten en de eerder stoffelijke passages uit de aangrijpende oorlogsgedichten van William Owen indringend en treffend over te brengen.

Natuurlijk profiteert hij in hoge mate ook van de hoge kwaliteit van zijn solisten. De typisch Brits voornaam klinkende Ian Bostridge (prachtig in ‘Agnus Dei’) en de sonore Amerikaanse Thomas Hampson, van wie zijn anti-oorlogshouding bekend is, verlenen hun teksten zonder enige overdrijving of blijken van sentimentalisering indringend van betekenis. Een hoogtepunt is wanneer ze quasi hand in hand ‘quite friendly up to death’ lopen. De Russische Anna Netrebko als fonkelende ster schittert in ‘Liber scriptus proferetur’ en de lastige intervallen uit ‘Lacrimosa’ spelenderwijs overwint. Met zijn drieën imponeren ze in ‘Libera me’.

Zo’n communicatieve, bij vlagen heel ontroerende, op andere momenten heftige vertolking heeft grote allure en verdient een warm onthaal, zeker nu Brittens eigen opname langzamerhand ouderdomsverschijnselen vertoont.