CD Recensies

BACH, J.S.: SUITES VOOR ALTVIOOLSOLO NR. 1-6, RYSANOV

Bach, J.S.: Suites voor soloaltviool nr. 1 in G BWV 1007, 4 in Es BWV 1010 en 5 in c BWV 1011. Maxim Rysanov (va). BIS CD 2033 ( 65’20”). 2009

 

Bach, J.S.: Suites voor soloaltviool nr. 2 in d BWW 1008, 3 in C BWV 1009 en 6 in D BWV 1012. Maxim Rysanov (va). BIS CD 2033 (64’49”). 2013

 

De altviool en daarmee de altviolist had de grote pech dat Bach hem niet bedeelde met interessante solowerken of sonates. Zelfs de viola da gamba trof het beter bij hem.

Begrijpelijk dus dat altviolisten zich graag baseren op de suites voor solocello en die een octaaf naar boven transponeren. 

Gérard Caussé deed dat eerder omstandig (Virgin 907.665) en voorzag zijn programma extra van in het Frans voorgedragen teksten van Rilke en Sigiswald Kuijken waagde zich aan een opname met violoncello da spalla (schoudercello, die inderdaad klinkt als en vorm tussen cello en altviool) op Accent ACC 24196. Beide zijn besproken.

Maxim Rysanov leverde het eerste drietal ‘altviool solosonates’ in 2009 af en men ging langzamerhand wanhopen of hij de resterende drie nog liet volgen. Gelukkig zijn die hier nu alsnog, zodat we het geheel kunnen overzien.

Met de altviool gaat dan wel iets van de sonore laagte van de cello verloren wat een nadeel lijkt in bijvoorbeeld de prelude en sarabande van de suite nr. 2, maar daar staat een winst aan melodische helderheid tegenover. Maar er is meer: de muziek wint aan lenigheid, wat onder andere mooi blijkt in de bourrée van nr. 3, de gigue van nr. 4 en de courante van nr. 6. Vooral deze zesde suite profiteert van de omschakeling. In het algemeen klinken de subtiel gefraseerde gestileerde dansen wat ‘dansanter’. Kleine versieringen zijn niet uit de weg gegaan.

Verdere pluspunten komen van de altist zelf: een fraaie, steeds gevarieerde toon, een levendige muzikale intelligentie en een besef van de vroegere uitvoeringspraktijk, zonder fanatiek ‘authentiek’ te willen doen. Het werd een heel boeiende, zelfs fascinerende en in muzikaal opzicht hoogst aantrekkelijke onderneming, overtuigender dan wat Caussé en Kuijken lieten horen.