ASPROMONTE, FRANCESCA: PROLOGUE

Francesca Aspromonte: Prologue. Monteverdi: ‘Dal mio permesso amato’ uit L’Orfeo; Caccini: ‘Io che d’alti sospir’ uit L’Euridice; Cavalli: ‘Caduta è Troia’ uit Didone; ‘Nelle grotte arimaspe’ uit Eritrea; ’Sinfonia … Non mi è patria l’Olimpo’ uit Ormindo; Landi: ‘Sinfonia… prologue Roma son io’ uit Il Sant’Alessio; Rossi, L.: ‘Vaghi rivi’ uit Il palazzo incantato ovvero la guerriera amante; Cesti: ‘Sinfonia … amore et imeneo’ uit Il pomo d’oro;  ‘Sinfonia… De’ gotici splendori’ uit L’Argia; Stradella: Sinfonia a due violini e basso; Con meste luci; Scarlatti, A.: ‘Sinfonia…. Cessate, oh fulmini’ uit Gli equivoci in amore. Met Il pomo d’oro o.l.v. Enrico Onofri. Pentatone PTC 5186-646 (74’31”). 2016

 

Eerder werkte Francesca Aspromonte mee aan de opnamen van Pasquini’s La sete di Cristo (Christophorus CHR 77398), Stradella’s Santa Editta, vergine e monaca, regina d’Inghilterra (Arcana A 396) en een programma met 17 peccati capitali van Monteverdi (Alpha 249). Nu volgt een solorecital met aria’s van Italiaanse barokcomponisten.

Opnieuw toont ze zich een specialiste in dit vroeg zeventiende eeuwse operagenre, zich concentrerend op prologen van een allegorische persoon die net als een koor in een vroeger Grieks drama anticipeert op wat verder gebeurt in zo’n opera om het publiek daarop voor te bereiden en de boodschap duidelijk te maken, maar ook om in het gevlei te komen van de adellijke patronage die hiervoor betaalde.

Daarbij krijgt het begeleidende ensemble alle gelegenheid om zich in inleidende Sinfonia’s en de Sinfonia a due violini e basso van Stradella afzonderlijk te manifesteren.

Met een goede dictie en een steeds expressieve, plooibare frasering brengt Francesca Aspromonte deze muziek tot leven en weet ze van elk van haar elf bijdragen een vocaal genoegen te maken. De helpende hand wordt haar aangereikt door de voortreffelijk begeleidende Onofri en zijn ‘sinaasappels’.