ABDURAIMOV, BEHZOD: PIANOWERKEN

 

 

Abduraimov, Behzod: Prokofiev: Pianosonate nr. 6 op. 82; ‘Duivelse influistering’ uit Suggestion diabolique op. 4/4; Saint-Saëns/Liszt: Danse macabre; Liszt: ‘Bénédiction de Dieu dans la solitude’ uit Harmonies poétiques et religieuses; Mephisto wals nr. 1. Decca 478.33017 (70’45”). 2011

 

Dat uit vroeger onwaarschijnlijk geachte plaatsen als Tashkent in Oezbekistan ineens een pianistische komeet opstijgt, zal niemand meer verbazen. De negentienjarige Abduraimov won in 2009 en internationaal misschien niet eens zo hoog aangeschreven pianoconcours in Londen met een optreden dat meteen herinneringen wekte aan de jonge Horowitz en de dito Volodos en Lang Lang.

De basis voor zijn grote kunnen werd in eigen land gelegd en daarna in Kansas of all places in de V.S. bijgeslepen. Tijdens optredens in Engeland, de V.S., Australië en Azië demonstreerde hij onder veel bijval zijn kunnen in werken als Prokofievs Derde- en Saint-Saëns Tweede pianoconcert. Om te beginnen laat hij op zijn solo plaatdebuut horen dat hij stalen vingers heeft die schijnbaar moeiteloos handenvol octaven rondslingeren in Liszt’s bewerking van Saint-Saëns Danse Macabre; de jonge Volodos zou daar mogelijk in een eigen bewerking nog een schepje bovenop hebben gedaan.

Technische problemen lijkt hij niet te kennen. Gelukkig is hij niet alleen een spierballenpianist want hij weet ook rustiger momenten zoals in het eerste stuk van Liszt mooi inhoud te verlenen om dan weer virtuoos, maar genuanceerd lot te barsten in de Mefistowals.

Meeslepende opwinding genoeg ook in de sonate van Prokofief die soms net op het randje van bombast klinkt. De pianist speelt met een meeslepende mengeling van overgave en discipline. Zelf zegt hij dan haast bezeten te zijn.

Dit eerste mooi geconserveerde blijk van zijn grote kunnen is erg pakkend, maar wat eenzijdig. Hopelijk gaat het niet om een strovuur en geheel overtuigend wordt het pas wanneer Abduraimov net als de bezonnen geworden Volodos laat horen dat hij ook bijvoorbeeld Schuberts lyriek in diens pianosonates volledig recht doet.