WALEY-COHEN, TAMSIN: SOLI

Waley-Cohen, Tamsin: Soli. Bartók: Sonate voor soloviool op. 117, BB. 124, Sz. 117; Benjamin: Miniatures nr.1-3; Penderecki: Cadenza; Carter: ‘Statement – Remembering Aaron’ en ‘Rhapsodic musings’ uit Lauds; Kurtág: ‘In nomine - all/ungharese’; ‘Briefkaart aan Anna Keller’; ‘Hommage a John Cage’; ‘In memoriam Blum Tamás’; ‘Féerie d’automne’; ‘Hommage à J.S.B.’ uit Signs, games and messages. Signum SIGCD 416 (76’31”). 2014

 

De Engelse violiste Tamsin Waley-Cohen (1986) behoort tot de grote groep aanstormende jonge violistes die in rap tempo de podia veroveren. Vooreerst vooral in de Britse wereld. Maar weldra waarschijnlijk ook internationaal. 

Zoals dat bij jonge musici gaat, manifesteert ze zich ook met een eigen website (www.tamsinwaleycohen.com), op FaceBook en op twitter.

Aan deze opname gingen twee andere vooraf. De ene met het vioolconcert van Mendelssohn in d uit 1822 en dat voor piano, viool en strijkorkest ook in d uit 1823 (Signum SIGCD 342), de andere met Vaughan Williams Concerto accademico en The lark ascending (Signum SIGCD 399).

De violiste koos voor nieuwere solowerken van na 1944. Het nieuwste zijn in dit geval de drie Miniatures van George Benjamin uit 2001; hier beleven ze hun cd première. Verder is het programma in zijn samenstelling uniek.

De violiste werkt het gedecideerd, met goed gevoel voor de stijl- en karakterverschillen met fraaie toon af. Gevoelige momenten komen niets tekort en het geheel getuigt van veel begrip en sympathie. Dat de violiste de ex-Fenyves Stradivarius uit 1721 hanteert draagt zeker bij tot dit succes.

Voor dieper geïnteresseerden kan het interessant zijn om wat te gaan vergelijken. Daarvoor is materiaal te over beschikbaar.

Van Bartóks Solosonate bestaan natuurlijk legio opnamen, die eigenlijk alle beter zijn want om onduidelijke reden kiest Waley-Cohen helaas vrij trage tempi, zodat ze niet in de buurt komt van Isabelle Faust (Harmonia Mundi HMN 91.1623), Liza Ferschtman (Challenge CC 72635), Christian Tetzlaff (Virgin 545.668-2) en György Pauk (Naxos 8.5508568). De volledige 4 Lauds van Carter kenden we van Rolf Schulte (Bridge 9177) en Thomas Zehetmair (ECM 472.787-2) plus heel recentelijk van een andere veelbelovende violiste, Tai Murray (Sonus EAS 29253). De volledige 19-delige Signs, games and messages van het Orlano trio (ECM 461.833-2).

De Cadenza van Penderecki uit 1984 kennen we zowel in  vioolvorm, heel mooi van bv. Daniel Hope (Nimbus NI 5631) en in altvioolvorm, fraai van Dana Zemtsov (Channel Classics CCS SA 35714) en Artur Pacionkiewicz (Wergo WER 6258-2). Maar ook Waley-Cohen toont een goede opvatting van het neoromantische karakter waartoe de Poolse componist in de jaren tachtig terugkeerde. Hoogtepunten uit haar recital zijn de Cadenza van Penderecki, de Canon en het 'Lauer Lied' van Benjamin plus 'In nomine all'ungarese' van Kurtåg.