Přemysl Vojta: Metamorphosis, werken voor hoorns en piano’s. Beethoven: Hoornsonate in F op. 17; Schumann: Adagio en allegro in As op. 70; Fantasiestücke op. 73 nr. 1-3 (bew.); Romances op. 94 nr. 1-3 (bew.); Klebe: Hoornsonate op. 95, Veränderung der Mondschein-Sonate op. 27/2. Met Tobias Koch. AVI 8553383 (66’28”). 2015
De in 1983 geboren Tsjechische hoornist Přemysl Vojta en de in 1968 geboren Duitse pianist Tobias Koch nemen de luisteraar op deze cd mee in een biizonder hoornavontuur. Om te beginnen gebeurt dit omdat Vojta voor de Hoornsonate van Beethoven een natuurhoorn uit 1833 gebruikt, voor Schumann een romantische chromatische Weense hoorn uit het eind der achttiende eeuw en voor Klebe (1925-2000) een moderne Duitse Alexander hoorn.
Ook Tobias Koch koos voor een authentiek stel vleugels: een Graf uit 1821 voor Beethoven, een Érard uit 1839 voor Schumann en een moderne Steinway voor Klebe.
Dat levert van beide interpreten puur gehoormatig meteen een aardige verscheidenheid aan klanken op. Vooral van de hoornist vergt dat veel extra kunnen omdat hij op een natuurhoorn met de rechterhand in de beker van het instrument lichtelijk nasaal klinkende tonen moet produceren.
Deze grondige zoektocht naar muzikale identiteiten is in de praktijk met succes volbracht, vooral ook door de drie componisten ieder recht te doen. Vooral voor degenen die vertrouwd zijn met Schumanns Fantasiestücke in de eigenlijke klarinetvorm, bijvoorbeeld van Martin Fröst en Roland Pöntinen (BIS CD 944), of met hobo van Alexei en Leonid Ogrintchuk (Harmonia Mundi HMN 91.1804), oboe d’amore met Heinz Holliger en Alfred Brendel (DG 477.8816), althobo met Fabian Menzel en Bernhard Endres (Antes BM-CD 41.9116), fagot met Karen Geoghegan en Philip Edward Fisher (Chandos CHAN 10703), saxofoon met Klaus Pfister en Gérard Wyss (Gallo CD 931), bugel met Sergei Nakariakov en Martha Argerich (EMI 389.241-2), trompet met Craig Morris en Valentina Lisitsa (Naxos 8.572506), trombone met Rick Stout en Christina Dahl (Albany TROY 1338) en contrabas met Yoan Goilav en Heinz Börlin (Gallo CD 675) zal deze eerste hoornversie een aangename verrassing zijn. Schumann heeft waarschijnlijk nooit kunnen bevroeden tot hoeveel metamorfosen deze Fantasiestücke zouden leiden.
Vojta en Koch spelen zo geweldig mooi en stijlvol dat het van begin tot eind een groot genoegen is om naar deze cd te luisteren.