VINNITSKAJA, ANNA: RUSSISCHE MEESTERS

Anna Vinnitskaja. Rachmaninov: Pianosonate nr. 2 in bes op. 36; Goebaildoeilina: Chaconne; Medtner: Sonate in a op. 38/1 Reminiscenza; Prokofiev:  in Bes op. 83. Anna Vinnitskaja. Naïve/Ambroise AM 177 (61’48”). 2008

 

In tweeërlei opzicht biedt deze cd een staalkaart: in de eerste plaats van de geweldige pianistiek van Vinnitskaja, in de tweede plaats van een aantal interessante twintigste eeuwse Russische pianocomposities. Naast een aantal andere bekroningen kon  de pianiste in 2007 als winnares het Brusselse Koningin Elisabeth concours op haar cv bijschrijven. Velen zullen zich haar van de optredens daar nog herinneren.

Het verging haar niet zoals sommige andere laureaten die na een paar jaar stilletjes in het circuit van de minder gevraagde beroemdheden verzeild raken. In de Sonate van Rachmaninov die ze in de oorspronkelijke vorm uit 1913 met een aantal herzieningen uit 1931 (maar zonder de toevoegingen vanb Horowitz) speelt, is het goed mogelijk om de aandacht puur op de muziek en het spel te concentreren zonder afgeleid te worden door eventuele hiaten in de pianistische techniek of de expressie. De verklanking is behoorlijk stormachtig, maar ook doorleefd. Probeer ter vergelijking Sudbin (BIS) of Matsuev (RCA).

Een ander maatgevend werk is natuurlijk de beruchte (n.b. aan Stalin opgedragen) zevende sonate van Prokofiev. Ooit een glansnummer van Sviatoslav Richter aan wie het werk is opgedragen. Het werk is een gevreesd concoursstuk met zijn precipitato toccata als finale. Vinnitskaja weet de ‘barbaarse elegantie’ en daarmee de zelden voorkomende mengeling van schijnbaar onverenigbare elementen hier goed te treffen.

Relatief onbelangrijker, minder veeleisend ook zijn de Chaconne uit 1962 en de korte sonate van Medtner uit 1918. Maar de pianiste had immers toch al het bewijs van haar grote kunnen geleverd…….