Tr!jo Sonatas: Mis en tr!jo. Telemann: Orgelsonate in D TWV33,A4 (bew.); Janitsch: Sonate a tre per l’organo in d (bew.); Bach, J.S.: Sonate voor viola da gamba en klavecimbel nr. 3 in g BWV. 1029 (bew.); Orgelsonate nr. 3 in d bWV. 527 (bew.); Bach, C.P.E.: ‘Presto’ en ‘Polonaise’ uit 12 kleine stukken voor 2 fluiten, 2 violen en b.c.Wq. 81/H. 100; Pepusch: Triosonate nr. 3 in a. TYXart TXA 18106 (73’31”). 2018

Los van de vraag of er niet genoeg oorspronkelijke werken voor een trio van blokflui(en), viola da gamba en klavecimbel zijn die hadden kunnen worden opgenomen, maakten Tabea Debus (blokfl), Lea Rahel Bader (vdg) en Johannes Lang (kl, kist orgel) een aardig programma met Duitse, doch Frans-georiënteerde composities die keurig ‘in scène’ worden gezet via mooie bewerkingen om ze voor het drietal beschikbaar te maken. In die tijd waren de componisten zelf graag bereid om eigen en andermans werk naar hun hand te zetten als dat in een drukke praktijk te pas kwam.

Hoofdzaak is, dat de realisatie professioneel niveau heeft; dan is het ook aardig om een stuk in andere gedaante en kleuren te ontmoeten.

Met hun eerdere opnamen XXIV Fantasie per il flauto (TXA 18105) en Cantata per flautio (TXA 15060) maakte het drietal reeds een goede indruk en die wordt hier nadrukkelijk bevestigd.

Mooi het spel van het op de coverfoto slechts als silhouet zichtbare clubje dat zich hult in de geestig gevonden naam tri¡jo Sonatas daadwerkelljk te horen sprankelen.