SALLE, LISE DE LA: PIANOWERKEN

Salle, Lise de la: Rachmaninov: Etudes tableaux in c  op. 39/1, in a op. 39/2, in Es op. 33/6, in c op. 33/2 en in cis op. 33/9; Ravel: Miroirs; Sonatine. Lise de la Salle. Naïve V 4936 (57’12”). 2002

Bach; Chromatische fantasie en fuga in d BWV 903; Toccata in D BWV 912 ; Bach/Busoni: Koraalvoorspelen Nun komm, der Heiden Heiland BWV 659; Ich ruf zu Dir BWV 639; Bach/Liszt: Preludium en fuga in a BWV 543; Liszt: Sonetto 104 del Petrarca; St. Franciscus de Paule, wandelend op het water; La lugubre gondola (1e versie); Mefistowals nr. 1. Lise de la Salle. Naïve V 5006 (75’32”). 2004

 Tegenover de gestage vloed aan groot nieuw viooltalent (Midori, Chang, Josefowicz, Hahn, Jansen, Fischer om er maar een paar te noemen) stond de laatste jaren nauwelijks internationaal doorbrekend vers pianotalent. Maar met de nu 16-jarige De la Salle lijkt het raak te zijn. Haar Rachmaninov/Ravel cd dateert zelfs al van twee jaar eerder. In een blinddoekproef zal men niet gauw raden dat het om een kind gaat, zo rijp, zo natuurlijk, zo fris klinkt alles wat ze aanraakt. Vergelijking met gevestigde groten – de Ashkenazy’s, Richters, Shelley’s in Rachmaninov, de Thibaudets en Hewitts in Ravel, de Arrau’s en Barenboims in Liszt - is in dit brede repertoire dat meteen uitstekend als een geslaagde staalkaart van haar veelzijdigheid en enorme kunnen kan gelden, is zinloos. Bovendien kreeg de jongedame de opnamekwaliteit die ze verdient: uitstekend. Geniet onbekommerd van haar gave, spontane, goed karakteriserende pianistiek en laten we hopen dat ze geen strovuur maar een blijvertje is.