RESONABILIS ENSEMBLE: NORTH WIND, SOUTH WIND

Resonabilis ensemble: North wind, south wind. Reinvere: The empire of may; Kozlova: Koorddanser; Birman: Defixio 2; Aints 3 film; Kallastu: Elegische troop; Karver: Signum magnum nr. 2; Tulve: North wind, south wind. Estonian Record Productions ERP 561-2 (59’58”). 2012

 

Na een maand te zijn rondgereisd, te heen gelezen over de complexe historie, genoten te hebben van het soms Judendstilachtige van de stedenbouw, veel contacten te hebben gelegd, heb ik sinds 2003  een zwak gekregen voor de Baltische staten en het muziekleven daar, bekrachtigd door de kennismaking met enige uitvoerende musici. 

Wie in musicis aan Estland denkt, vallen natuurlijk meteen de namen van Arvo Pärt, Erkki Tüür en Veljo Tormis in. Mogelijk ook die van Helena Tulve. Maar het is logisch om aan te nemen dat er ook heel wat jongeren moeten zijn.

Deze cd van het Resonanilis ensemble, dat bestaat uit Kristi Mühling (kannen), Iris Olja (vocaliste), Tarmo Johannes (fl) en Aare Tammesalu (vc) laat werken horen die geschreven of bewerkt zijn voor stem fluit, kannel en cello van Jüri Reinvere (1971), Tatjana Kozleva (1977), Eugene Birman (1987), Tauno Aints (1975), Andrus Kallastu (1967), Kristjan Karver en Helena Tulve (1972). Sommigen van hen hebben inmiddels een behoorlijk grote reputatie verworven, juist ook in het buitenland.

Deze laat ons ook meteen kennismaken met het specifiek Estse instrument, de kannel, een zes tot meersnarig tokkelinstrument met een lang verleden, dat in onbruik dreigde te raken totdat de Finse variant (kantele) meer in zwang kwam. Kristi Mühling behoort tot de weinigen die het instrument op hoog professioneel niveau bespeelt.

Verder is het boeiend te horen hoe de poëzie (soms de eigen, zoals bij Reinvere)is verwerkt in deze markante composities die bijzonder mooi worden uitgevoerd.