RÁCZ: ÖDÖN: MY DOUBLE BASS

Ödón Rácz: My double bass. Bottesini: Gran duo concertante; Piazzolla: Le grand tango (bew.); Rota: Divertimento concertante. Met Noah Bendix-Baigley (v), János Balázs (p) en het Franz Liszt kamerorkest o.l.v. Speranza Scappucci. DG 481.7731 (51’13”). 2018

Ödön Rácz, contrabassist in het Weens filharmonisch, is geen nieuwkomer op cd. Eerder maakte hij een opname van stukken van Bottesini, Vecsey, Von Einem, Vasks en wat bewerkingen (Gramola 98935) en werkte hij mee aan de opname van klarinettist Andreas Ottensamer The Hungarian connection (DG 481.1409).

Wie als hij op zoek is naar concerten voor contrabas, komt al gauw bij Bottesini, Dragonetti, Dittersdorf, Vanhal en Hoffmeister terecht. Maar er blijken er (alfabetisch) van Arda Agoşian en Mauricio Annunziata tot Tubin en Valls nog heel wat meer te zijn. Waarom dan teruggrijpen op een Piazzollabewerking?

Toch voorziet deze uitgave wel in een behoefte, want van het Gran duo concertante van Bottesini bestaan slechts twee opnamen, de ene van Ezio Bosso (Stradvarius STR 33397), de andere van Ovidiu Badila (Dynamic CDS 210) en van Nino Rota’s Divertimento uit 1973 is vooral de superieure uitvoering door Rick Stotijn (Channel Classics CCS  SA 33613) bekend.

Zowel de warmbloedige sfeer van de Italiaanse en Argentijnse muziek als de vereiste virtuoze bravoure die deze muziek nodig heeft, toont Rácz (1981) in ruime mate ter beschikking te hebben. Hij - een vierde generatie bassist - wordt alert begeleid.