ROINISHVILI: NANA

Ketevan Roinishvili: Nana. Bartók: Roemeense volksdansen nr. 1-6 (bew); Ligeti: Solocellosonate; Say: Four cities; Lagidze: Elegie; Maier: Gossamer road; Tsintsadze: Op volksmelodieën nr. 1-5; Tsintskaro. Met Nora Fischer (s) en Daniël Kool (p). 7 Mountain Records 7MNTN 017 (70’41”). 2019

Sinds 2009 bevindt de Georgische celliste Ketevan Roinishvili, die het eerste deel van haar muziekopleiding in Tblisi voltooide in Nederland waar ze haar studie in Amsterdam met een mesters afrondde. Voor een emigrante als zij blijven herinneringen aan de wereld waaruit ze voortkwam van groot belang en die worden het beste weerspiegeld in de volksmuziek, niet alleen uit eigen land - Sulkhan Tsintsatze (1925 - 1991) die een belangrijke rol speelde bij de de integratie van volksmuziek in het klassieke idioom en de onbekende, maar ook een stuk minder interessante Revaz Lagidze, maar ook uit de Hongaarse- (Bartók) en Turkse omgeving (Fazil Say met impressies van vier steden uit Anatolië) en zelfs uit Duits-Nederlandse met Florian Magnus Maier (1973) die bekend werd als lid van de bands Noneuclid en Dark fortress, zich in in 1994 in Nederland vestigde en mede-oprichter werd van het kunstenaarscollectief Quantum Ether.

Ketevin Roinishvili ontwikkelt een mooie, expressieve, vrij lichte toon die een weldaad is voor het volksmuziekkarakter van de gespeelde werken. Bartók op cello is best verrassend. In de solosonate van Ligety levert ze een waar kunststukje. In het werk van Maier treffen de kleurmengingen, die voor een deel op rekening komen van pianist Kool. Maar de grote verrassing is tot het laatst bewaard: Nora Fischer die het volksliedje Tsintskaro zingt.