PLUHAR, CHRISTINA: LA TARANTELLA

Pluhar, Christina: La Tarentella. 17 Tarantella’s van deels bekende, deels onbekende Napolitaanse componisten. Lucilla Galeazzi (s), Alfio Anito en Marco Beasley (t) met L’Arpeggiata o.l.v. Christina Pluhar. Alpha 503 (51’22”). 2001

 

Over het spingeslacht tarantula bestaan veel misverstanden wat de giftigheid betreft. Alleen in Zuid Europa, met name in de buurt van Napels, bestaat een soort vogelspinnen onder de naar het plaatsje Taranto in Apullië genoemde licosa tarantula of tarentel die de mens slaperig of zelfs bewusteloos kan maken. Dodelijk zou een steek niet zijn.

Volgens de legende kan een steek verschillende reacties wekken: sommigen willen alleen maar slapen, anderen lachen of huilen voortdurend, weer anderen moeten overgeven, gaan transpireren, gaan trillen of krijgen angstvisioenen, woede aanvallen of zien de wereld in andere kleuren alsof het om een drug gaat. Het heet dat zo’n ‘aanval’ wel vijftig jaar kan duren.

Verhalen dat de beet van zo’n wolfsspin levensgevaarlijk is en alleen zou kunnen worden genezen met een antidotum tarantulae door het dansen van de tarantella of dat zo’n prik een frenetieke danswoede zou veroorzaken zijn al lang naar het land der fabelen verwezen.

Toch heeft deze zeventiende en begin achttiende eeuwse Zuiditaliaanse dansvorm in 3/8 of 6/8 maat en met toenemend tempo wel heel wat mooie muziek opgeleverd. Oorspronkelijk hoort deze dans te worden uitgevoerd door zanger(s) met begeleiding van ten minste castagnetten of tamboerijn.

Eén van de leukste en langste (ruim 18 minuten durende) tarantella’s komt voor in Cristofaro Carasena’s Per la nascita del verbo door de Cappella della pietà de’Turchini van Antonio Flotrio (Opus 111 OPS 30-152). Overigens zijn lang niet alle tarantella’s opzwepend met een steeds toenemend tempo, er zijn ook gelijkmatig rustige, zelfs melancholieke exemplaren. Kenmerkend is wel dat ieder couplet vaak met geringe veranderingen wordt herhaald.

Dat blijkt in de bonte verzameling die Christina Pluhar bijeenbracht. Bont ook door de heel afwisselende bezetting met drie zangers, tamboerijn, aartsluit, barokgitaar, slaggitaar, barokgitaar, psalterium, barokharp, lirone. cornemuse en slagwerk. Vooral Lucilla Galeazzi laat duidelijk horen hoe dicht dit materiaal bij de rauwe volksmuziek staat.

De documentatie bij deze cd, inclusief alle gezongen teksten met Franse en Engelse vertaling is voorbeeldig en het geheel klinkt fris en helder. Zo, dat men geneigd is mee te gaan dansen.