Miah Persson: Schubert: Suleika I D. 720, Ganymed D. 544, Lied der Mignon nr. 4 D 877; Rastlose Liebe D. 138; Du bist die Ruh D. 776; Auf dem Wasser zu singen D. 774; Gretchen am Spinnrade D. 118; Der Hirt auf dem Felsen D. 965; Grieg: Liederen op. 48 nr. 1-6; Sibelius: De lente vervliegt op. 13/4; De eerste kus op.37/1; Was het een droom op. 37/4; Zucht, geruis, zucht op. 36/4; Het meisje kwam van haar geliefde thuis op. 37/5; Grieg: Ik houd van jou op. 5/3. Met Richard Hosford (kl) en Roger Vignoles (p). Wigmore Hall WHLive 0052 (67’44”). 2011

Wie genoegen neemt met de weinig flatteuze, want nogal steriele akoestiek van de Londense Wigmore Hall en het wat lage opnameniveau, kan veel plezier beleven aan het recital van de Zweedse lyrische sopraan. Haar voordracht is intelligent en geëngageerd; een betere begeleider dan Roger Vignoles had ze nauwelijks kunnen vinden.

Haast intuïtief voelt ze de sfeer van de liederen aan. Het kost in de Schubert liederen even voordat dit optimum wordt bereikt, maar met klarinettist Richard Hosford naast zich, blinkt ze uit in ‘Der Hirt auf dem Felsen’. Een eerste hoogtepunt. Helemaal in haar element voelt ze zich in de liederen van Sibelius (in het Zweeds) en Grieg. Diens prachtige ‘Die verschwiegene Nachtigall’ (op. 48/4) is een mooi hoogtepunt uit dit recital. Met haar ruime ervaring op operagebied weet ze deze miniatuurdrama’s mooi gestalte te geven.