MARINIERSKAPEL: RIMSKY & CO. ORIGINALS

Marinierskapel o.l.v. Arjan Tien: Rimsky & co originals. Glière: Plechtige ouverture voor de twintigste verjaardag van de oktoberrevolutie op. 72; Rimsky-Korsakov: Concert voor trombone en blaasorkest in Bes; Variaties voor hobo en blaasorkest; Concertstück voor klarinet en blaasorkest in Es; Prokofiev: Athletische festival mars op.69/1; Mars in Bes op. 99; Stravinsky: Symfonieën voor blazers W. 48; Circus polka (bew.); Bortnianski: Kol’slaven nash Hospod (Hoe groot is onze God); Khatchatoerian: Aan de helden van de Grote Vaderlandse Oorlog; Shostakovitch: Mars van de Sovjet militia op. 139. Met Bart Claessens (tromb), Alexei Ogrintchouk (h) en Oliver Patey (kl). Channel Classics CCS 40818 (61’25”). 2018

 

Voor deze cd wendt de Marinierskapel van de Koninklijke Marine de blik oostwaarts op het Rusland van voor en tijdens de Sovjet heerschappij. Het oudst, nog uit de Tsarentijd is Bortniansky’s hymneachtige Kol’slaven uit 1822, dat eerste ook nog dienstdeed in Pruisen om tenslotte bij de Nederlandse Marine te landen; de overige werken werden geschreven tussen 1875 en 1974. Muziek voor blazers is meestal heel fonogeniek, zeker als deze zo goed is opgenomen in Omroepstudio 1 in Hilversum.

Van de drie concertante werken van Rimsky maken de Variaties de meeste indruk. Hoboïst Ogrintchouk moet zich hierin heel goed thuis voelen. Het Tromboneconcert heeft een vrij brutale openluchtsfeer en het concertstuk heeft met de klarinet een lieflijker, zangeriger sfeer. Aan de Plechtige ouverture van Glière valt meer feestelijks dan plechtigs te beleven. Op de Marsen valt goed te marcheren, die van Prokofiev is nauw verwant met die uit De liefde der drie sinaasappelen

Het is fijn dat Stravinsky’s Symfonieën voor blazers uit 1920 hier eens in de uitgebreidere bezetting uit 1947 klinken. De nogal plichtmatige Heldenmars van Khatchatoerian heeft een nogal feestelijk karakter in plaats van ook wat tragischer tonen te laten horen. De officials moeten heel gelukkig zijn geweest met Shostakovitch’ stoere Militiamars.

De uitvoeringen van de drie solisten en de Marinierskapel zijn virtuoos, zorgvuldig, genuanceerd en gedetailleerd. Knap wat Arjan Tien, die eigenlijk    is opgeleid als (alt)violist en in het Radio filharmonisch orkest speelde, later dirigent werd van het Magogo kamerorkest en sinds 2011 aan de Marinierskapel is verbonden, hier weet te bereiken. Beter dat dit kan men eigenlijk niet verlangen.