MAMOU, ROBERTE: RUSSIAN SEASONS

Roberte Mamou: Russian seasons. Rubinstein: Romance op. 44/1; Preghiera op. 44/3; Mélodie in F op. 3/1; Barcarolle nr. 5 op. 93; Glinka: Nocturne in f ‘La séparation’; ‘De leeuwerik’ uit Afscheid van Sint Petersburg; Tchaikovsky: De seizoenen op. 37b/1-12. Pavane ADW 7589 (76’48”). 2018

Pianiste Roberte Mamou die haar jeugd in Tunesië doorbracht had al een stel mooie oonamen op haar naam met pianowerken van Cimarosa (Pavane ADW 7044-2), Field (Pavane ADW 7110-2, 7555/6-2) voordat ze zich nu aan de Russische romantiek van Anton Rubinstein, Micheal Glinka en Pjotr Tchaikovsky wijdt.

Muziek waarin de Slavische ziel zich poëtisch openbaart, nu eens melancholiek en teer, dan weer opgewonden en blij. Dat eist een algemene opvatting waarin begrip wordt getoond voor het persoonlijke karakter van de composities binnen het beperkte kader van wat meest miniaturen zijn. Liefst uitmondend in een speelstijl die de salonmuziek te boven gaat. 

Rubinstein gaf in 1859 zijn album Six soirées à Saint-Petersbourg uit, waaruit de ‘Romance’ en ‘Preghiera’ komen. Beide anders veel bekendere, uitgesproken lyrische stukken staan op zichzelf.

Ook Glinka had in de hier geselecteerde drie nostalgieke composities wat  met St. Petersburg. Hij vertrok daar om een poosje in Italië te werken en operamelodieën improviseerde.

In Tchaikovsky’s in 1876 in maandelijkse afleveringen in het muziektijdschrift Nouvellist gepubliceerde Seizoenen met deBarcarolle’ (juni) en ’Troika’ (november) als beste en bekendste delen, onderstreept Mamou de thematische verwantschap tussen januari, mei en augustus en daarnaast tussen maart en oktober.

In de werken van Rubinstein en Glinka gooit Mamou hoge ogen, in Tchaikovsky’s Seizoenen moet ze het opnemen tegen Ashkenazy (Decca 466.562-02) en Pletnev (Virgin 545.422-2), wat haar redelijk lukt.