MONTERO, GABRIELA: PIANORECITAL

Montero, Gabriela: Rachmaninov: Moment musical in e op. 16/4; Prelude in G op. 32/5; Etude-tableau in D op. 39/9, Scriabin: Preludes in Des op. 17/3, in es op. 16/4 en in G op. 42/5; Etude in cis op. 42/5, Falla: Eerste Spaanse dans uit La vida breve; Granados: Quejas ó la maya y el ruisenor uit Goyescas; Ginastera: Danza del viejo bayero; Danza de la moza donoza; Danza  del gaucho matrero; Chopin: Nocturne in Des op. 27/2; Fantaisie-impromptu in cis op. 66 en Liszt: Mephistowals nr. 1; Montero: 12 improvisaties. Gabriela Montero. EMI 558.039-2 (2 cd’s). 58’10” + 46’15”. 2004

 

Zo piepjong als de Française Lise de la Salle is ze bepaald niet meer, de in 1970 in Venezuela geboren Gabriela Montero die op 12-jarige leeftijd een eerste prijs won bij de Young artist piano competition en die van de regering een beurs kreeg om in Europa te kunnen studeren, die in Brussel verzeild raakte, daar Martha Argerich leerde kennen (die een en al waardering voor haar en die haar uitnodigde op haar ‘Progeta Martha Argerich festival’ in het Zwitserse Lugano waar ze in juni 2003 het eerst te horen was als begeleidster van Gautier Capuçon in de cellosonate van Grieg en als improvisatrice in een thema uit Beethovens eerste pianoconcert (EMI 562.970-2, 2 cd’s).

Hier krijgt ze gelegenheid om ruim drie kwartier in brokjes van telkens zon drie à vier minuten haar gang te gaan met thema’s van Rachmaninov, Scriabin, Bach, Chopin en Granados plus eigen trouvailles, waarbij ze uitstapjes richting jazz niet schuwt. Ze levert hier een fraaie staalkaart van haar kunnen en haar veelzijdigheid, om het even of het gaat om het kleurige, soms melancholieke Slavisme van Rachmaninov en Scriabin, de vurigheid van Falla en de sfeervolheid van Granados of de diablerie van Liszt. Een zwakke stee valt in haar pianistieke en artistieke wapenrusting niet te ontdekken. Montero is een aanwinst voor de pianistenwereld en iemand om in de gaten te houden.