JAROUSSKY, ARIA'S

Philippe Jaroussky: Opium. Hahn: ‘A Chloris’, ‘Fêtes galantes’; ‘Quand je fus pris au pavillon’, ‘Offrande’, ‘L’heure exquise’; Chaminade: ‘Sombrero’, ‘Mignonne’; Massenet: ‘Elégie’. ‘NUit d’Espagne’; Fauré: ‘Nell’, ‘Automne’; Chausson: ‘Le colibri’, ‘Le temps des lilas’, ‘Les papillons’, ‘Les heures’; Caplet: ‘Viens, une flute invisible souspire’; Saint-Saëns: ‘Tournoiement Songe d’opium; ‘Violons dans le soir’; Debussy: ‘Romance’; Dukas: ‘Sonnet’; Lekeu: ‘Sur une tombe’; Franck: ‘Nocturne’; Dupont: ‘Les donneurs de sérénades’; d’Indy: ‘Lied maritime’. Met Jérôme Ducros (p), Renaud Capuçon (v), Gautier Capuçon (vc) en Emmanuel Pahud (fl). Virgin  216.621-2 (66’06”). 2008 

De jonge, in 2001 afgestudeerde Franse zanger Philippe Jaroussky wordt op de cd aangekondigd als countertenor, maar met zijn toon en zijn bereik klinkt hij meer als een sopraan dan als een alt. Dat heeft voordelen, want nu zweeft hij nagenoeg moeiteloos als een vogel met zijn mooi gelijkmatige  stem door het meest tweede helft negentiende en eerste kwart twintigste eeuws Frans liedrepertoire.. Een gewaagde, maar originele onderneming voor deze zanger die deze liederen daarmee soms en inherent decadent karakter verleent. De sfeer der liederen (die niet in bovengenoemde volgorde zijn vastgelegd) is heel gevarieerd: van het beschouwelijk verhalende tot het heel opgewondene. Maar overheersend is her aandeel met een licht lyrisch karakter.

Jaroussky toont zijn veelzijdigheid door buiten het geijkte barokke castraatrepertoire van Bassani (La morte delusa), Händel (Agrippina), Monteverdi (Orfeo), A. Scarlatti (Sedecia) en Vivaldi (cantates, Cantone in Utica, Orlando furioso, Verita in cimento) dat hij eerder voor Virgin opnam te treden en overtuigt hier evenzeer, juist ook door de grotere afwisselingen en stijlen van het repertoire.

Zelfs kenners van het Franse liedrepertoire kunnen hier nog nieuwe ontdekkingen doen bij componisten waarvan men normaal geen liederen verwacht, zoals Saint-Saëns, Dukas, Lekeu en d’Indy.

Jérôme Ducros is een inlevende, goed sturende die gevoelig begeleidt en de sfeer van elk lied mooi voorproeft. Op de broers Capuçon en fluitist wordt maar een paar keer een beroep gedaan: Renaud Capuçon in ‘Violons du soir’, zijn broer Gautier in ‘Elégie’ en Emmanuel Pahud in ‘Viens, une flûte invisible soupire’. De opname biedt een fraai kamermuziekdecor met goede plaatsing en klinkt perspectivisch ongemanipuleerd.

7 April a.s. zingt Jaroussky onder meer dit programma in het Amsterdamse Concertgebouw.