HALLENBERG, ANN: AGRIPPINA

Hallenberg, Ann: Agrippina. PertiNerone fatto Cesare: ‘Date all’armi o spirti firi’; ‘Questo brando, questo folgore’; PorporaL’Agrippina: ‘ Mormorando ach’il ruschello’; ‘Con troppo fiere immagini’; Graun: Britannico: ‘Se la mia vita, o figlio’; ‘Mi paventi il figlio indegno’; Orlandini: Nerone: ‘Tutta furie etutta sdegno’, ‘Gia tutto valore’; Händel: Agrippina HV 6: ‘Ogni vento’; ‘Pensieri, voi mi tormentate’; ‘L’alma mia fra le tempeste’; Telemann: Germanicus: ‘Rimembranza crudel’; Magni: Nerone infante: ‘Date all’armi o spirti fieri’; Sammartini: Agrippina, moglie di Tiberio: ‘Non ho piu vele’; ‘Deh, lasciami in pace’; Legrenzi: Germanico sul Reno: ‘O soavi tormenti dell’alma’. Met Il pomo d’oro o.l.v. Riccardo Minassi. Duitse Harmonia Mundi 88875-05598-2 (74’54”). 2013

 

Om verwarring te voorkomen: we hebben hier met liefst drie nauw met elkaar verwante Agrippina’s te maken, afstammelingen van dezelfde familie van de consul Marcus Vipsanius Agrippa. Wat de drie dames verbindt, is een geschiedenis van list, bedrog, wraak, moord, wellust en doodslag in de eerste helt van de eerste eeuw in en rond Rome.

Agrippina I (die zich moest laten scheiden van haar geliefde man, aan wie ze reeds was uitgehuwelijkt toen ze nog in de wieg lag), de oudere halfzuster van Agrippina II en de tante van Agrippina III. Slechts in één opera is nr. I terug te vinden.

Agrippina II was de gelukkige echtgenote van Germanicus en moeder van zes kinderen. Eenmaal weduwe weer ze naar een onbewoond eiland verbannen waar ze de hongerdood stierf. Ze leeft in drie opera’s voort. Het jonge, in barok gespecialiseerde ensemble Il pomo d’oro begeleidt erg stimulerend en stijlvol.

Ons gaat het hier vooral om nr. III. Men leze er de Annales XIV, 1-8 van geschiedschrijver Tacitus of ook geschriften van Plinius de Oudere.

 

Julia Agrippina, bijgenaamd Agrippina Minor of De Jongere (15-59 n.C.) was een dochter van Germanicus en Agrippina Maior. Ze sloot in 28 haar eerste huwelijk met Cnaeus Domitius Ahenobarbus (gest. 40), bij wie ze een zoon Lucius Domitius Ahenobarbus kreeg.

In 39 door keizer Caligula verbannen, werd zij teruggeroepen door haar oom, keizer Claudius (broer van Germanicus), met wie zij, na de dood van zijn echtgenote, Messalina, in haar derde huwelijk in 49 trouwde.

Ter ere van haar werd in 50 haar geboorteplaats Oppidum Ubiorum herdoopt in Colonia Claudia Ara Agrippinensium (het huidige Keulen).

Al intrigerend bracht ze Claudius – die ze volkomen overheerste - in 50 ertoe haar zoon uit haar eerste huwelijk, die sindsdien Nero was genaamd, als zoon en opvolger te adopteren. De wettige erfgenaam, Claudius’ eigen zoon Brittanicus, werd hiermee gepasseerd.

Nadat Claudius in 54 door haar was vergiftigd, domineerde Agrippina vervolgens ook de nu keizer geworden Nero. Haar tomeloze heerszucht verwekte echter groeiende oppositie en ook Nero begon genoeg van haar te krijgen.

Al eerder was Agrippina in een periode van wrijving als tegenzet de terzijde geschoven Brittanicus gaan protegeren. Daarom liet Nero hem in 55 liet vergiftigen.

Er ontstond een gespannen situatie tussen moeder en zoon en haar macht taande. Op Nero’s instructie werd voor Agrippina een schipbreuk geënsceneerd; toen deze moordaanslag mislukte, stuurde de in paniek geraakte en mee door zijn minnares Poppea aangezet, soldaten naar Agrippina’s villa in Baiae en werd zij vermoord.

Bij deze drie Agrippina’s gaat het om enige der historische vrouwen die schrijvers, librettisten en componisten inspireerden. Het vroegste stuk op deze cd is van Legrenzi uit 1676, het laatste van Graun uit 1752. In zestien aria’s geeft de Zweedse mezzo evenvele korte karakterschetsen van deze figuren nadat ze met musicologische assistentie het betreffende materiaal uit diverse archieven had opgediept. Bij tenminste twaalf van haar aria’s gaat het om wereldpremières. Het bekendst is de anti-heldin Agrippina natuurlijk uit Händels opera (met Véronique Gens en Jean-Claude Malgoire op dvd Dynamic DV 33431, met Alexandrina Pendatchanska en René Jacobs op cd Harmonia Mundi HMC 95.2088/90). 

Beginnend en eindigend met Perti zet de zangeres de luisteraar prachtig gezongen en van fraaie coloraturen  voorziene afgeronde portretten voor. Om het even om welke expressie het gat – dat gaat van beheerste felle woede via strijdlustigheidals van een bedreigde cobra tot zeer vrouwelijke mildheid en kwetsbaarheid – blijft de stem beheerst en warm klinken. Alle bewondering ook voor de frasering die de uitdrukkingskracht verhoogt. Vocaaltechnisch gaat alles haar heel goed af. De mildere, overpeinzende aria’s komen ook niets tekort. Tot de dramatische hoogtepunten behoort de wraakaria van Orlandini.