GEOGHEGAN, KAREN, FAGOTCONCERTEN VAN MOZART E.A.

Karen Geoghegan: Crusell: Fagotconcertino in Bes; Kreutzer: Fantasie in Bes; Mozart: Fagotconcert in Bes KV 191; Rossini: Fagotconcert in Bes Concerto da esperimento. Karen Geoghegan met het BBC filharmonisch orkest o.l.v. Gianandrea Noseda. Chandos CHAN 10613 (64’). 2010

Gemeen hebben de vier werken op deze cd dat ze in Bes staan, een soort standaard toonaard voor fagotconcerten. Ze dateren ook uit de overgangsperiode tussen de klassieke en de vroegromantische periode. Het oudste werk is uit 1774 (Mozart), het jongste uit 1845 (Rossini). In het tweede Chandos programma van de jonge Britse ster Geoghegan komt zo bekend en vertrouwd voor naast onbekend en nieuw.

Van de Fin/Zweed Crusell klinkt een Concertino uit 1829 waarvan verder nauwelijks opnamen bestaan, behalve van Hara (BIS CD 495); iets dergelijks geldt voor de Fantasie van de Duitser Conradin Kreutzer met alleen Holder op Naxos 8.553456 als rivaal en Rossini’s Concert met alleen Azzolini (Arts 47634-2) als alternatief. Probeer het Thema met variaties uit dit werk om te ervaren hoe competent de soliste in muzikaal en technisch opzicht is.

Wie het Septet voor klarinet, hoorn, fagot, viool, altviool, cello en contrabas van Kreutzer kent (er is een mooie opname van door het Charis ensemble op MDG 308.023-2) kan al vermoeden dat zijn Fantasie ook een geïnspireerd, levendig werk is. Van de Polacca maakt de vertolkster dan ook een vrij uitbundig feest.

Steviger concurrentie ontmoet Geoghegan natuurlijk in het Fagotconcert van Mozart, waarin voorgangers als Zeman (DG 457.719-2), Thunemann (Philips 422.390-2), Popov (Chandos CHAN 9656), Agrell (o.a. uit het Orkest van de Achttiende eeuw, Harmonia Mundi HMC 90.1946) en Julie Andrews (Classic fM 75605-57038-2). Maar ze kan die uitdaging aan.

Geoghegan pakt het werk speels en spiritueel aan. Haar articulatie is innemend en ze straalt vriendelijkheid uit zonder ook maar een moment in clownerie te vervallen. In de melodie uit het andante slaat ze een lichtelijk bedroefde toon aan, waarna ze de menuet-rondo finale zo dartel speelt dat men er als luisteraar van in een plezierige stemming raakt.

Het door Rossini zelf als experimenteel bestempelde Fagotconcert kent als hoogtepunt een fraai zangerig largo. Hooguit mist men in dit recital een nog wat aan een nader uitgewerkte detaillering en nuancering, maar verder alle lof. De overdaad aan Bes-groot helpt ook niet echt. De orkestbegeleiding is uitermate sympathiek en attent.