GROTENHUIS, MARIEKE: ACCORDEONWERKEN

Marieke Grotenhuis (acc), Rosanne Philippens (v) en Sietse-Jan Weijenberg (vc): Bach, J.S.: ‘Contrapunctus’ nr. 1, 2, 6, 8 en 9 uit Die Kunst der Fuge BWV 1080; Frescobaldi: Fantasia prima, Fantasia quarta, Balletto primo, secundo en Ciaconna uit Primo libro delle fantasie a 4; Rihm: Am Horizont stille Szene. Ottavo OTR 12096 (38’00”). 2012

 

Deze cd confronteert de luisteraar achtereenvolgens op heel oorspronkelijke want lichtelijk vervreemdende wijze met de abstracte wereld van Bach, de orgelwereld van Frescobaldi en de ‘speelse, onbewijsbare en gewelddadig volhoudende aura van de sfeer van het serieuze’ dat – dixit Rihm – die volgens deze componist de essentie van zijn klankwereld vormt.

Op originele wijze niet alleen door de keuze van de fragmenten, maar vooral ook door de gebruikte bewerkingen. 

Mogelijk was Bachs Kunst der Fuge bedoeld voor een muziekwetenschappelijk genootschap dat werd opgericht door Bachs leerling Lorenz Mizler die onderzoek deed naar de muziektheoretische basis in de wiskunde. Maar hoewel de Kunst der Fuge (de titel is niet van Bach zelf) Bach toont in zijn meest academische gedaante en in de vermomming van een puzzelaar, gaat het hier niet om droge, pedante muziek want veel getuigt van energie en inspiratie.

Omdat Bach verzuimde de bezetting te specificeren, is de grote vraag dus hoe het werk het beste tot zijn recht komt. Oplossingen te over zijn aangedragen: orgel, klavecimbel, twee klavecimbels, twee piano’s, strijkkwartet, kamerorkest, zelfs saxofoonkwartet en koperblazers. Verder zijn er allerlei bewerkingen van Gräser, Vuataz, Scherchen, Marriner/Davis, Bergel, Breuer, Carpenter, Van Vlijmen en Glasel. Maar waarom niet ook voor accordeon, viool en cello, drie zeer onderscheiden stemmen waarmee structuren goed zijn open te leggen. Het is vermoedelijk voor het eerst dat ze door het hier gebruikte instrumentarium zijn opgenomen. Ditmaal in een arrangement van Janco Verduin die ook de orgelcomposities van Frescobaldi voor dit trio aanpaste.

Marieke Grotenhuis speelt de eerste twee deeltjes van Bach en Frescobaldi solo, de rest met haar triopartners. Opvallend hoe ze met haar instrument de barokke orgelklank benadert en zo nieuwe kleur aan deze composities toevoegt.

Frescobaldi’s   orgelwereld van Il primo libro delle Fantasie a quattro uit 1608 bestaat in het geval van de 12 Fantasieën uit decoratieve arrangementen van liedmelodieën die zijn voorzien van een verfijnd contrapunt. We kennen ze uit opnamen van onder meer Roberto Loreggian (Brilliant Classics 94109, 2 cd’s), Liuwe Tamminga (Accent ACC 24169), Francesco Tasini (Tactus TC 580607) en Jean-Marc Aymes (Ligia Digital LIDI 0101221-10, 3 cd’s). Het nieuwe klankgewaad past de muziek, maar stilletjes verlangt men toch naar een ensemble met blazers in plaats van strijkers om dichter in de buurt van het orgel te blijven.

Rihms Am Horizont, Stille Szene voor viool, cello en accordeon uit 1991 is opgedragen aan Maurizio Kagel bij diens zestigste verjaardag werd in 1992 voor het eerst in Keulen uitgevoerd door Saschko Gawriloff (v), Siegfried Palm (vc) en Teodoro Anzelotti (acc). Een bijzonderheid van het ongeveer vijf minuten durende stuk is dat de drie instrumenten zo ver mogelijk van elkaar moeten zijn opgesteld op het podium om van daaruit rustige berichten naar elkaar te zenden. Dat begint heel eenvoudig en zacht als in een droom wordt bij vlagen krachtig (tot aan felle sforzati toe). Eigenlijk moet men de uitvoering zien, want de violist hoort daarbij wenkende gebaren te maken terwijl beide andere musici hun handen verlangend aan de oren houden om de boodschap op te vangen.

Er bestaat tenminste één opname van het werk door leden van het Ensemble Recherche uit Freiburg, ook met accordeonist Anzelotti (Kairos 100.12092). Maar hier klinkt het werk intiemer, minstens zo fraai en eigenlijk precies zoals het hoort in de bedoelde bezetting.

Over dit programma is goed nagedacht en het verdient alle waardering dat de drie musici het als hechte eenheid realiseren. Tot slot blijft vooral een wens naar meer: nog geen veertig minuten muziek is wat weinig voor een cd die maximaal 80+ kan bevatten.

Deze gedurfde onderneming maakt een in alle opzichten geslaagde indruk.

Voor een volgende opname biedt Goebaidoelina zich met haar De profundus, Galgenlieder, Et expecto, In croce, Sieben Worte en Silenzio aan, of om te beginnen met een complete Kunst der Fuge en de volledige Fantasieën.