ENSEMBLE INTERCONTEMPORAIN: NEW YORK

Ensemble InterContemporain o.l.v. Matthias Pitscher: New York. Varèse: Intégrales; Carter: Klarinetconcert; Fulmer: Within his bending sickle’s compass come voor hoorn en ensemble; Shepherd: Blur for ensemble; Reich: WTC 9/11; Cage: Music for wind instruments; Feldman: Instruments I voor 6 instrumentalisten. Alpha 274 (2 cd’s, 1u. 44’49”). 2016

 

Hoe klonk en klinkt muziek die uit New York komt? De Duitse componist/dirigent Matthias Pintscher heeft op het deze vrij kort spelende  dubbel cd die meteen dient om het veertigjarig bestaan van het EIC te vieren enigszins in kaart trachten te brengen. Hij koos daarvoor logisch in New York geboren componisten als Elliott Carter, Morton Feldman en Steve Rech en componisten die zich daar vestigden zoals Edgard Varèse en John Cage en voegde daar recente werken van de jongeren David Fulmer (36) en Sean Shepherd (38) aan toe.

Dat leverde een optocht van de volgende werken op: Intégrales voor elf blazers en slagwerk van Varèse (1924), Music for wind instruments van Cage (1938), Instruments I for six instruments van Morton Feldman (1974), Concert voor klarinet en ensemble van Elliott Carter (1996), WTC 9/11 voor strijkkwartet van Steve Reich (2010), Blur van Sean Shepherd (2011) en Within the bending sickle’s compass come voor solohoorn en ensemble van David Fulmer (2015). 

Muziek die de bruisende energie van de stad uitbeeldt (Varèse, Shepherd), de overgave (Feldman) en het mathematische stratenplan (Cage).

Pintscher zorgt met het Parijse ensemble voor virtuoze, fraai klinkende en gedetailleerd uitgewerkte verklankingen. Jérôme Comte is de voortreffelijke solist in Carters Klarinetrconcert (vrijwel net zo goed als Michael Collins op DG 459.660-2 en Alain Damiens op een eerdere Intercontemporain uitgave, Virgin 545.351-2.

Maar Varèse klinkt bij het ASKO Ensemble (Attacca BABEL 9263-2, Decca 460.208-2) uitbundiger, rumoeriger en de begeleiding van dat klarinetconcert had wel wat steviger mogen zijn. Ook het werk van Fulmer maakt geen al te sterke indruk.

Tot slot blijft de vraag: hoe goed is New York met slechts zeven componisten muzikaal vertegenwoordigd? Waar zijn de post-minimalisten uit het Bang on a Can collectief en mag de stem van een vrouw wel ontbreken in zo’n anthologie?