ECHOES OF TIME, LISA BATIASVILI

Echoes of time. Shostakovitch: Vioolconcert nr. 1 in a op. 77; ‘Lyrische wals’ uit 7 Poppendansen; Kancheli: V & V; Pärt: Spiegel im Spiegel; Rachmaninov: Vocalise op. 34/14. Lisa Batiasvilli met het Symfonie orkest van de Beierse omroep o.l.v. Esa-Pekka Salonen c.q. Hélène Grimaud (p). DG 477.9299 (68’21”). 2010

 

De Georgische violiste was voor de happy few al ‘live’ in Nederland te horen, maar de rest van de goegemeente was voor een eerste kennismaking aangewezen op haar debuutopname uit 2007 met het voor haar geschreven Vioolconcert van Magnus Lindberg (Sony 88697-12936-2). Lang heeft de band met Sony niet gehouden, veel opgeleverd heeft die evenmin.

Nu debuteert het opvallende talent op DG met meer kans op publiciteit en afzet. Onder de titel Echoes of time biedt Batiasvili een heel geschakeerd programma als nieuwe staalkaart van haar veelzijdige kunnen.

De hoofdschotel vormt uiteraard het Eerste vioolconcert van Shostakovitch dat ze een heel persoonlijke, intelligente ….. toets meegeeft.

Waren het tot nu toe vooral Vengerov (Warner 2564-69452-2 en al weer uit 1994), Khachatrian (Naïve V 5025), Hope (Warner 2564-62546-2), Mordkovitch (Chandos CHAN 8820) en in wat mindere mate Chang (EMI 346.053-2) en Hahn (Sony 50997) die voor de opmerkelijkste opnamen van dit werk zorgden, nu wordt het in tenminste sommige opzichten in een overtreffende trap voorgesteld. Waarom?

De violiste speelt met een bijzondere combinatie van volkomen beheerste techniek, een dito gevoel voor de juiste expressie, ze toont het juiste begrip voor de angstige en beangstigende componenten van het werk, geeft blijk van fijnzinnigheid en kracht. Ze begint de Nocturne nog quasi licht en luchtig, verleent het scherzo scherpte, de prachtige passacaglia waardigheid en de finale opluchting.

Bovendien had ze het nauwelijks beter kunnen treffen met de geëngageerde begeleiding uit München. Kancheli’s V & V voor viool, bandopname van een stem als fragment van een Georgische begrafenis met strijkorkest (we kenden het van Gidon Kremer met Kremerata Baltica op ECM 461.818-2) klinkt geheimzinnig en sfeervol.

De rest van de cd is gevuld met meer dan terloopse toegiften. Mede dankzij de geëngageerde inbreng op één artistieke lijn van pianiste Grimaud. Pärts Spiegel im Spiegel alweer uit 1978, is oorspronkelijk voor cello en piano, maar circuleert ook in tal van bewerkingen. Die voor viool en piano komt hier vrijwel optimaal tot klinken; de wals van Shostakovitch in een bewerking van Tamas Batiasvili en de Vocalise van Rachmaninov zorgen voor welkome momenten van ontspanning.