CUCKSON, MIRANDA: BARTÓK: VIOOLSONATE NR. 2; SCHNITTKE: VIOOLSONATE NR. 2; LUTOSLAWSKI: PARTITA

Miranda Cuckson: Bartók: Vioolsonate nr. 2 BB. 85, Sz. 76; Schnittke: Vioolsonate nr. 2 ‘Quasi una sonata’; Lutoslawski: Partita. Met Blair McMillan. ECM 481.1788 (62’01”). 2015

 

In Bartóks beide vioolsonates zijn alle eerdere invloeden geassimileerd: van inheemse volksmuziek, Debussy’s modulaties en hele toonladders tot Schönbergs serialisme. ‘Dissonantie is mijn koninkrijk’ schreef de componist ooit, maar het expressionisme dat hier te horen is, bevat de geest van wilde volksdansen en heeft niets met Wenen te maken.

De tweede sonate schreef Bartók in 1922 voor Jelly d’Arányi (1893-1966), een violiste van ‘buitengewone, bijna tumultueuze verrukking’ volgens Milhaud. Het werk is is kaler en strakker gestructureerd dan de eerste sonate en volgt de Hongaarse verbunka stijl met een langzaam, ‘sprekend’ deel, gevolgd door een wervelende dans boven een kalme, percussieve pianopartij.

Van Bartóks beide sonates samen bestaan mooie opnamen van Christian Tetzlaff en Leif Ove Andsnes (Virgin 545.66-8-2), György Pauk en Jenö Jandó (Naxos 8.550749) samen met bijvoorbeeld de solosonate en de Rapsodieën, maar de van origine Australische, nu vanuit de V.S. werkende violiste Miranda Cuckson koos een andere weg door deze tweede sonate te combineren met Schnittke’s tweede sonate ‘Quasi una sonata’ uit 1968 (ooit het domein van Gidon Kremer en Andrei Gavrilov (EMI 569.334-2) en Lutoslawski’s Partita uit 1984, die we meestal met orkestbegeleiding horen, bijvoorbeeld van Anne-Sophie Mutter met de componist (DG 423.696-2) daarmee wel geheel aan de Slavische muziekkant blijvend.

Zelf zegt ze daarover in de toelichting: ‘Dit programma stelt ons in staat om de tweedeling van vorm en spontaniteit, speelsheid en ernst, folkloristische expressie en abstractie te horen.

Met dat in gedachten interpreteert ze de drie onderhavige werken. Ze bezit de juiste opvatting over Bartóks donkere, ruige uiting, de ironie van Schnittke en het hechte vormgevoel van Lutoslawski en Blair McMillan volgt en steunt haar daarin geheel. Een ook opnametechnisch zeer aansprekend recital.