CAPELLA DE LA TORRE: FIRE MUSIC, INFERNAL FLAMES AND CELESTIAL BLAZE

Capella de la Torre o.l.v. Katharina Bäuml: Fire music, Infernal flames and celestial blaze. Praetorius: ‘Bransle de la torche’ en ‘Ballet des feux’ uit Terpsischore; Byrd: ‘Memento homo’ uit Cantiones; Anoniem: Ciaconna di paradiso e d’inferno; Holborne: ‘Infernum’ uit Pavans, galliards, almmains and other short airs; Victoria: Veni creator spiritus; Ortiz: La folía; Marenzio: Quai vive salamandra in flamm’ardente; Ghizzolo: Io mi vivea; da Nola: Amor m’a fatto deventar fenice; Lassus: In un boschetto; Anoniem: Ardente sole; Flecha: El fuego; Anoniem: Mundi rebovato; Chi vuol seguir la guerra; Farnaby: Sometimes she would; Anoniem: Ardente sole; Vinci: Sappi Signor; Anoniem: Pour faire l’arlkymie d’amours; Tromboncino: Non vai acqua al mio gran foco; de la Rue: Au feu d’amours. Duitse Harmonia Mudi 8898-536030-2 (71’02”). 2015

 

Het is niet onlogisch dat de Capella de la Torre de in 2015 uitgebrachte cd Water music: Tales of nymphes and sirens (Duitse Harmonias Mundi 88750-6200-2) nu laat volgen door Fire music, Infernal flames and celestial blaze.

Katharina Bäuml richtte in 2005 de uit tien leden bestaande, door blazers gedomineerde en door slagwerk kracht en energie bijzettende Capella de la Torre  op als specialistisch ensemble dat zich toelegt op een zo stijlvol mogelijke interpretatie van (echt) oude muziek uit Middeleeuwen en Renaissance. 

Hier geeft het ensemble eenentwintig fraaie muziekvoorbeelden van wat vuur kan veroorzaken. Dat gaat van hemelde vuurorgies, de uit zijn as herrezen fenix via de bliksem slingerende Zeus en de brandende liefde tot andere vernietigende (maar ook regeneratieve) krachten van het vuur waarin vaak de zon een grote rol speelt.

We horen zowel anonieme laat-Middeleeuwse dansen als een kunstige madrigaal van Marenzio en gewijde muziek van Lassus en Byrd. Het zorgt voor veel stilistische afwisseling. Vol bewondering volgt men de uitvoering van fragment tot fragment. 

Een belangrijk aandeel in dat succes hebben sopraan Cecile Kempenaers (in Mateo Flecha’s El fuego) en de trommen en tamboerijn van Mike Turnbull en Peter Bauer in de stukken van Praetorius. Steeds wordt ook de folkloristische invloed van veel van deze muziek als vanzelf duidelijk gemaakt.

Dit is een zeldzaam levendige en stijlvolle aanwinst.