CASAL KWARTET: GEBOORTE VAN HET STRIJKKWARTET

 

Casal kwartet: Birth of the string quartet II. Telemann: Sonate nr. 5; Guillemain: Strijkkwartet in b op.12/2; Mozart: Strijkkwartet nr. 10 in C KV 170; Haydn: Strijkkwartet nr. 75  in G op. 76/1. Solo Musica SM 143 (61’44”). 2009

 

In muziekgeschiedenisboeken wordt Haydn meestal genoemd als de “vader van het strijkkwartet”. Elders is ook wel Georges Onslow (1787-1853) genoemd, maar dat klopt niet want hoe mooi zijn kwartetten op. 8, 9,46, 47 en 50 ook zijn: ze ontstonden te laat. 

Maar het is natuurlijk ook logisch dat zo’n heel eigen genre verschillende vaders op verschillende tijdstippen en diverse plaatsen heeft. Het in 1995 geformeerde Zwitserse Casal kwartet dat speelt op met darmsnaren bespannen Jacobus Stainer instrumenten uit de periode 1659/73 had de lumineuze gedachte om dat begin van het strijkkwartet eens te onderzoeken en documenteren. Het ligt voor de hand om aan te nemen dat her en der in Europa rond 1750 de bodem rijp was voor de geboorte van dat strijkkwartet.

Op een eerste cd (Solo Musica SM 126) werd aandacht besteed aan Alessandro Scarlatti met de Sonata a quattro nr. 4 in d, Boccherini met diens op. 2/1 in c uit 1761, Haydn met nr. 22 in d op. 9/4, H. III/22 en Mozart met nr. 1 in G KV 80. Het begrip van de prilste kwartetten wordt dus nogal ruim opgevat, maar daar is eigenlijk niets op tegen.

Belangrijker is dat hier sprake is van heel geacheveerde, stijlvolle vertolkingen vol licht en schaduw en dat de aandacht nu ook eens op minder bekende, minder voor de hand liggende werken. Waar de vroege Telemann met zijn vijfdelige semikwartet al verrassend is, geldt dat haast nog meer voor de Fransman Louis-Gabriel Guillemain (1705-1770) die tot nu toe alleen met een fluitkwartet op. 17 op cd was vertegenwoordigd. Voor al deze werken, bekend en onbekend, nieuw en ouder zetten de Zwitsers zich met evenveel engagement in. Zo ontstond een wat ongewone, maar door zijn afwisseling interessante opname.