Componisten portretten

BAIRD

TADEUSZ BAIRD (1928-1981): IN DE POLITIEKE VERDRUKKING 

Naast Penderecki, Serocki en Dobrolski behoort Baird tot de Poolse componisten die in de periode van de zogenaamde politieke dooiperiode de westelijke wereld met hun hoogontwikkelde klankkleurcomposities verrasten; hun werk werd ook vrij gauw modieus (vooral dat van Penderecki) om daarna even snel te ontaarden in een zichzelf voortdurend herhalen en zich tot op zekere hoogte door het muziekbedrijf uitputten. Gorecki en de een generatie oudere Lutoslawski weerstonden die drang.

Bairds beste, interessantste werken, waaronder de 4 Essays ontstonden in de politieke ‘dooiperiode’ dus tussen 1956 en 1960. Het zijn de composities van de Poolse avant-garde uit die periode die niets van hun substantie hebben verloren. Jammer genoeg zijn juist deze slecht vertegenwoordigd op cd. Later leek het wel of Baird zichzelf teveel uitputte, voornamelijk nog filmmuziek schreef. Daardoor boetten de grensverleggende pogingen om op seriële wijze expressiviteit te tonen aan belang in. 

Discografie

Canzona; Scène; Goethe Briefe; Voices from afar. Helga en Klaus Storck e.a. met resp. het Pools nationaal orkest o.l.v. Jan Krenz en het omroeporkest Katowicze o.l.v. Wojciech Michniewski. Olympia OCD 388.

Suite Colas Breugnon. Pools kamerorkest o.l.v. Jerzy Maksymiuk. EMI 575.670-2 (2 cd’s).  

Filmmuzieken. Pools symfonie orkest o.l.v. Tadeusz Baird. Olympia OCD 604, 607.