Componisten portretten

BOITO

 

BOITO, ARRIGO (1842 – 1918): LIBRETTIST MET EIGEN OPERA

 

 

 

In de geschiedenis van de romantische opera kreeg Boito als vrijwel anonieme librettist van Ponchielli’s La Gioconda en Verdi’s Otello en Falstaff (plus na hulpvaardige medewerking aan de tweede versie van Simon Boccanegra) niet de bekendheid die hij verdiende. En eigenlijk ook met zijn in 1868 zelfstandig geschreven opera Mefistofele die hij zeven jaar later herzag, heeft hij nooit de waardering gekregen die hij zeker verdiende.

 

Het gaat hier namelijk beslist om een meesterwerk uit de Italiaanse operageschiedenis. In zijn streven om met de groep radicale kunstenaars onder de naam Scapagliatura een anticlassicistische genieleer te ontwikkelen was hij gestuit op Goethe’s Faust en was hij in zijn drang naar het Noorden meer dan gecharmeerd geraakt van Wagner. Boito is typisch zo’n componist wiens roem berust op één enkele compositie. Een tweede opera, Nerone kwam namelijk nooit tot stand.

 

Toch hebben die perspectieven van zijn artistieke kunsttheorieën in Mefistofele geen duidelijke weerslag gevonden, want naast het aan Tristan ontleende chromatische psychogram van Gretchen (‘L’altra notte in fondo al mare’) komen duidelijke archaïsmen voor (in de Brockenscène) naast invloeden van Berlioz en Gounod (de aria’s van Faust) en herinneringen aan Meyerbeer (de taferelen met Mefisto).

 

Toch heeft dit conglomeraat imposante kanten en is Mefistofele een heel geslaagd werk.

 

 

 

Selectieve discografie

 

Mefistofele. Cesare Siepi, Mario del Monaco, Renata Tebaldi, Floriana Cavalli, Lucia Danielli, Piero de Palma met het Ensemble van de Santa Cecilia opera Rome o.l.v. Tullio Serafin. Decca 440.054-2 (2 cd’s).