Componisten portretten

BOYCE

 

BOYCE, WILLIAM (1711 – 1779): IN DE SCHADUW VAN HÄNDEL

 

 

 

Begonnen als koorknaap en organist werd Boyce in 1736 aangesteld als componist van de Londense Chapel royal met de verplichting kerkmuziek te schrijven. Na zijn oratorium Saul and Jonathan uit 1736 kon hij zich ook aan wereldlijke muziek wijden en zich vooral ook op muziekdramatisch gebied uiten. Een voorbeeld daarvan is de korte opera Peleus and Thetis uit 1740. Meer werken voor het Drury Lane theater volgden, maar een toenemende doofheid verhinderde het verdere componeren.

 

Op instrumentaal gebied manifesteerde hij zich minder, afgezien van een twaalftal triosonates. De zogenaamde symfonieën op. 2 bestaan uit ouvertures die oorspronkelijk voor odes en opera’s werden gebruikt.

 

 

 

Selectieve discografie

 

8 Symfonieën. English Concert o.l.v. Trevor Pinnock. Archiv 419.631-2.

 

David’s lamentation over Saul and Jonathan; Ode for St. Cecilia’s day. Patrick Burrowes, William Purefoy, Andrew Watts, Richard Edgar-Williams, Michael George, het New College koor Oxford en de Hanover band o.l.v. Roy Goodman. ASV CDGAU 208.

 

Peleus and Thetis; Croydon and Miranda; toneelmuziek bij Florizel and Perdita; Romeo and Juliet. Julia Gooding, Philippa Hyde, Robin Blaze, Joseph Cornwell, Andrew Dale Forbes, Jilly Bond en Jack Edwards met Opera restor’d o.l.v. Peter Holman. Hyperion CDA 66935.