Componisten portretten

DESMAREST

 

DESMAREST, HENRY (1661 – 1741): GRANDS MOTETS

 

 

 

Als koorknaap van de koninklijke kapel werd Desmarest een discipel van Lully. Hij bleef nauwe banden met het hof onderhouden en zijn eerste opera werd in 1682 in Versailles opgevoerd. Later was hij kapelmeester van een Jezuïetencollege. Een amoureuze misstap leidde in 1699 tot zijn verbanning en in 1701 aanvaardde hij een baan aan het hof in Madrid.

 

Maar hij keerde naar Frankrijk terug en werd vanaf 1707 surintendant de la musique van de hertog van Lorraine in Lunéville waar hij grote muzikale activiteiten ontplooide. Hij schreef ongeveer twintig werken voor het muziektheater en in zijn tragédies lyriques, zoals Iphigénie en Tauride uit 1704 waren zijn harmonieën avontuurlijker en zijn recitatieven plooibaarden dan van Lully. Bij zijn overige werken namen de grands motets, cantates, aria’s en sonates een belangrijke plaats in.

 

 

 

Selectieve discografie

 

Grands motets Lorrains ‘Usquequo, Domine’, ‘Lauda Jerusalem’, ‘Domine, ne in furore’. Sophie Daneman, Rebecca Ockenden, Paul Agnew, Laurent Slaars en Arnaud Marzorati met Les arts florissants o.l.v. William Christie. Erato 8573-80223-2.