Componisten portretten

LOCATELLI

 

LOCATELLI, PIETRO (1695 – 1764): GROOT VIOOLKUNSTENAAR

 

 

 

Pietro Locatelli was een jongere tijdgenoot van Vivaldi en Händel. Uit zijn op zichzelf best persoonlijke composities blijken niettemin duidelijke Corelli invloeden en aan inventiviteit en expressiviteit ontbreekt het niet. Geen wonder, want die was zijn belangrijkste leraar in Rome. Als violist speelde hij in de basilica van San Lorenzo in Damaso. Hij werd in 1725 aan het hof van de landgraaf van Hessen-Darmstadt in Mantua benoemd maar trad ook veel elders op, met name in Duitsland. Als virtuoos kreeg hij al gauw een grote reputatie vanwege zijn technisch verbluffend goede, maar ook heel expressieve spel. Hij geldt daarom ook als de vader van het moderne vioolspel.

 

Locatelli is voor Nederland daarom zo interessant omdat hij al in 1721 bij Etienne Roger zijn twaalftal Concerti grossi op. 1 in Amsterdam liet uitgeven en zich daar sinds 1729 als leraar en dirigent manifesteerde en vestigde; in 1764 overleed hij daar ook in een huis aan de Prinsengracht bij de Leidse Kruisstraat. Hij moet dus veel hebben betekend voor het toenmalige Nederlandse muziekleven.

 

Uit de twaalf Concerti grossi op. 1 uit 1721 werd vooral nr. 8, het Concerto di natale (Kerstconcert) in de gedaante van een Pastorale beroemd. Deze werken staan dus nog sterk onder invloed van Corelli, maar in latere werken toonde hij zich progressiever.

 

In 1733 schreef hij bijvoorbeeld de opvallende reeks van twaalf in L’arte del violino gebundelde vioolconcerten die meer in de geest van Vivaldi’s Venetiaanse geest zijn. In de hoekdelen van elk daarvan is een uitgebreid Capriccio ingelast dat van een enorme technische moeilijkheidsgraad is en dus van de vertolker haast het uiterste eist, met name bij het realiseren van meerstemmigheid en de snelle, soms stratosferisch hoge tessitura. Violistisch vuurwerk van de eerste orde dus. Tot zijn tien opusnummers tellende oeuvre behoren verder haast louter triosonates en solowerken, waaronder 24 Capriccio’s.

 

 

 

Selectieve discografie

 

L’arte del violino op. 3. Elizabeth Wallfisch met de Raglan Baroque players o.l.v. Nicholas Kraemer. Hyperion CDA 66721/3 (3 cd’s). 1993

 

12 Concerti grossi op. 1. Capella Istropolitana o.l.v. Jaroslav Kreček. Naxos 8.553445/6 (2 cd’s). 1995

 

6 Introduzione teatrali op. 4; 6 Concerti grossi op. 4/7-12. Elisabeth Wallfisch met de Raglan Baroque players o.l.v.  Nicholas Kraemer. Hyperion CDA 67041/2 (2 cd’s). 1996

 

10 Sonates op. 8. Rachel Isserlis met het Locatelli trio. Hyperion CDA 67021/2 (2 cd’s). 1994