Componisten portretten

MASCAGNI

 

MASCAGNI, PIETRO (1863 – 1945): EEN DER EERSTE VERISTEN

 

 

 

De verismo opera die in het laatste decennium van de negentiende eeuw in Italië wortel schoot, werd vooral geïnspireerd door het literaire realisme van schrijvers als Zola en de Siciliaan Giovanni Verga en het genre liep op zijn beurt vooruit op de soap-opera.

 

In de verismo opera zijn de emoties extreem, de figuren zijn ééndimensionaal, de spanningen lopen hoog op, het tempo ligt hoog en het drama voltrekt zich meestal snel. Beide succesvolle verismo opera’s, Mascagni’s Cavalleria rusticana uit 1890 en Leoncavallo’s I pagliacci uit 1892 duren slechts een uurtje.

 

Pietro Mascagni, de vader van de ‘realistische’ opera, studeerde van 1882 tot 1884 bij Ponchielli en Saladini aan het conservatorium van Milaan, werkte als rondreizend dirigent en werd 17 mei 1890 op slag beroemd na de première in Rome van zijn Cavalleria rusticana (of Rustieke ridderlijkheid). Dat had echter heel anders kunnen lopen. Toen hij bij toeval ervoer van een wedstrijd op het gebied van opera eenakters, was hij aanvankelijk van plan de vierde akte van zijn uitgebreide opera Guglielmo Ratcliff (1855) in te sturen, maar zonder dat hij het wist, had zijn vrouw de net voltooide Cavalleria al in zijn naam ingestuurd. Hij behoorde tot een van de drie winnaars en hem werd een première van het stuk aangeboden die door een halfvolle zaal wildenthousiast werd ontvangen.

 

Het snelle internationale succes van Cavalleria was zonder precedent en opvallend genoeg is die populariteit van blijvende aard. Steeds weer plaatsen operatheaters het werk op het repertoire, doorgaans samen met Leoncavallo’s opus magnum.

 

Alleen boekte Mascagni in tegenstelling tot Leoncavallo ook succes met andere werken, met name met de drieakter L’amico Fritz uit 1891, gebaseerd op de novelle L’ami Fritz uit 1864 van Erckmann en Chatrian. In wat mindere mate was dat ook het geval met Iris (1898) op een Oosters gegeven. Latere werken zijn onder meer de komedie Le maschere (1901) en het kernachtige Il piccolo Marat (1921).

 

Mascagni was ook een gerespecteerd dirigent, die zelfs in Nederland optrad en in 1938 in Amsterdam Cavalleria rusticana uitvoerde (te horen op o.a. Bongiovanni GB 1050-2). Toen Toscanini uit protest over de machtsovername door het fascistische regime zijn taken aan de Scala in Milaan eraan gaf, volgde Mascagni hem zonder scrupules deels op en ging daarin zelfs zover dat hij elke opvoering vooraf liet gaan door de fascistische hymne. In Nerone (1935) identificeerde hij zich geheel met die levensbeschouwing. Hij werd dan ook door Mussolini tot officiële landcomponist benoemd, iets waarvoor hij na de Tweede Wereldoorlog verantwoording voor moest afleggen, maar in 1950 werd hij weer gerehabiliteerd.

 

Cavalleria rusticana speelt op Sicilië en gaat over de relatie tussen Santuzza en Turridu. Voordat de handeling begint heeft Turridu Santuzza verleid, maar hij laat haar in de steek en gaat er vandoor met Lola, die nu is getrouwd met Alfio. Uit wraak vertelt Santuzza alles aan Alfio die wraak zweert en Turiddu doodt in een duel achter de kerk. Om het pathetische gehalte op te voeren gebeurt dit alles op Paaszondag.

 

Het is een simpel en cynisch gegeven dat het nodige gemeen heeft met dat van I pagliacci, maar Cavalleria is in muzikaal opzicht superieur. In melodisch opzicht kan het werk de vergelijking met Puccini doorstaan, het ‘Intermezzo’ is een bekend orkeststuk op zichzelf. Maar het beste gedeelte uit de opera wordt gevormd door de laatste vijftien minuten waarin Turridu, de tenor hoofdrol, zijn prachtige testament wijdt aan de wijn, Viva el vino, en zijn ontroerende klacht Mama, quel vino e generoso. Alfio’s inbreng bestaat uit één deel geraas en één deel ballast, maar Santuzza heeft een paar prachtige momenten, vooral natuurlijk in Voi lo sapete waarin ze vertelt over haar verraad.

 

 

 

Selectieve discografie

 

L’amico Fritz. Luciano Pavarotti, Mirella Freni, Vicente Sardinero e.a. met het ensemble van Covent Garden Londen o.l.v. Gianandrea Gavazzeni. EMI 567. 376-2 (2 cd’s). 1968  

 

Cavalleria rusticana. Plácido Domingo, Renata Scotto, Pablo Elvira, Isola Jones, Jean Kraft, het Ambrosian operakoor en het Nationaal filharmonisch orkest o.l.v. James Levine. RCA 74321-39500-2. 1978

 

Cavalleria rusticana. Fiorenza Cossotto, Carlo Bergonzi, Adriane Martino, Maria Gracia Allegri, Giangiacomo Guelfi met het ensemble van La Scala Milaan o.l.v. Herbert von Karajan. DG 457.764-2. 1958

 

Cavalleria rusticana. José Carreras, Montserrat Caballé, Matteo Manuguerra, Astrid Varnay met het Ambrosian operakoor en het Philharmonia orkest o.l.v. Riccardo Muti. EMI 763.650-2 (2 cd’s).