Componisten portretten

ROPARTZ

 

ROPARTZ, JOSEPH GUY (1864 – 1955): FRANSE ACHTERGRONDFIGUUR

 

 

 

De Franse componist en dichter studeerde bij Dubois (harmonieleer), Massenet en Franck (compositie) aan het conservatorium Parijs. Franck had een grote invloed op hem, net als later d’Indy. In 1894 werd Ropartz directeur van het conservatorium in Nancy en leider van de symfonische concerten daar. Een kwart eeuw later verwisselde hij laatstgenoemde functie voor een soortgelijke in Straatsburg als opvolger van Pfitzner.

 

Hoewel sterk afhankelijk van Franck en d’Indy heeft het werk van Ropartz een persoonlijk stempel door het consequente gebruik van Bretons volksliedmateriaal. In zijn vaak kleurrijke instrumentaties is het voorbeeld van Debussy aantoonbaar. Ropartz bleef altijd wat in de schaduw van Magnard staan. Hij publiceerde ook een viertal bundels met gedichten.

 

Een idee van zijn werk is verkrijgbaar dankzij Le miracle de Saint-Nicolas uit 1905 voor solisten, kinderkoor, orgel, piano en orkest. Psalm 136 is een vroeger werk uit 1897 en de Nocturne en Les vêpres sonnent dateren uit 1926/7. Waardige, mooie muziek die ook enigszins herinnert aan Fauré en wat de vêpres betreft aan ‘Sirènes’ uit Debussy’s Nocturnes. Andere werken zijn de Messe de Sainte Anne (1921), de Rapsodie voor cello en orkest (1928), het Requiem (1939) en Psalm 129 (1942).

 

 

 

Selectieve discografie

 

Le miracle de Saint-Nicolas; Psalm 136; Dimanche; Nocturne; Les vêpres sonnent. Diverse uitvoerenden. Naxos 8.555656.