Componisten portretten

RORE

 

RORE, CYPRIAAN DE (ca. 1515 – 1565): OPVOLGER VAN JOSQUIN

 

 

 

De in Antwerpen of Mechelen geboren De Rore was leerling van Willaert en werd rond 1534 waarschijnlijk zanger in de San Marco in Venetië. In 1547 vinden we hem als kapelmeester aan het hof van Ferrara, waar o.a. Ingegneri tot zijn leerlingen behoorde. Na een bezoek aan Antwerpen in 1558/9 werd zijn benoeming niet hernieuwd, maar door toedoen van Margaretha van Parma kreeg hij in 1561 een aanstelling aan het Parmese hof. Bij de dood van Willaert in 1563 werd hij in Venetië kapelmeester van de San Marco, maar hij keerde later toch weer terug naar Parma. Tenslotte werd hij de opvolger van Josquin aan het Italiaanse hof d’Este in Ferrara.

 

De Rore behoort tot de vierde generatie van de Nederlandse Scholen en was een van de belangrijkste madrigalisten uit zijn tijd, vooral op grond van de chromatische vernieuwingen die hij doorvoerde. Zijn in Corpus mensurabilis musicae 14 gebundelde werken omvatten vijf missen, ongeveer vijfenzestig motetten, zeven psalmen, een magnificat, een Johannespassie en rond de honderdvijfentwintig madrigalen en chansons.

 

 

 

Selectieve discografie

 

Missa Praeter rerum seriem; Motetten Ave regina, Descendit in hortum meum; Infelix ego; Parce mihi. Tallis scholars o.l.v. Peter Phillips. Gimell CDGIM 029.

 

Madrigalen. Huelgas ensemble. Harmonia Mundi HMC 90. 1760.