SCHREKER, FRANZ (1878 – 1934): TUSSENFIGUUR

Schreker hoorde tot de componisten van wie in de Nazitijd de vertolking van hun werk werd verboden en die vanaf de late jaren zestig gelukkig veel hernieuwde belangstelling kregen. Dat uitte zich ook in opnamen van hun werk, zo ontfermde Decca zich met de reeks “Entartete Musik” over veel mooi, waardevol materiaal.

Zijn eerste succes had hij in 1908 met het ballet Der Geburtstag der Infantin, in 1912 gevolgd door het nog grotere succes van de opera Die ferne Klang waarin vooral de prachtige orkestratie opvalt. Na zijn verhuizing uit Wenen naar Berlijn in 1920 waar hij zijn al in 1918 geschreven volgende opera Die Gezeichneten en in 1920 Der Schatzgraber produceerde, kreeg zijn muziek dankzij het gebruik van ‘Leitmotiven’ een wat meer Wagneriaanse inslag, hoewel het in Die Gezeichneten ook de Strauss van Salome is die op basis van het libretto om de hoek komt kijken. De componist sprong heel vernuftig met gegeven van het eigen libretto om en zorgde voor heel melodieuze, rijk georkestreerde – maar door Berg ‘lichtelijk kitschig’ genoemde – muziek daarbij.

Selectieve discografie

Ouvertures en voorspelen. BBC filharmonisch orkest o.l.v. Vassily Sinaisky. Chandos CHAN 9797.

Der ferne Klang. Elena Grigorescu, Thomas Harper, Andreas Haller met het Hagen Filharmonisch koor en –orkest o.l.v. Michael Halász. Naxos 8.660074/5 (2 cd’s).

Die Gezeichneten. Heinz Kruse, Elizabeth Conell, Monte Pederson, Alfred Muff, Lászlo Polgar,, Endrik Wottrich, Oliver Widmer, Matthias Goerne e.a. met het Berlijns omroepkoor en het Duits symfonie orkest o.l.v. Lothar Zagrosek. Decca 444.442-2 (3 cd’s).