DVD Documentaires

ADAMS: A PORTRAIT

Adams, John: A portrait. Documentaire van David Jeffcock en Bob Coles.

 
Adams: Kamersymfonie; Gnarly buttons
Nancarrow: Studies for player piano no. 1
Reich: Eight lines
 

André Trouttet met het Ensemble InterContemporain o.l.v. Jonathan Nott. ArtHaus 100.322 (134’, 16:9, geluid 2.0, 5.0 en DTS 5.0, regio 0). 2002
 
Het portret dat David Jeffcock hier schildert van de briljante, soms grappige Amerikaanse hype componist heeft veel van een snapshot omdat het niet diep op details ingaat en een groot deel van de 135 minuten speelduur is besteed aan uitvoering van muziek, die deels niet eens van Adams zelf is. Veel inzicht in de ontwikkeling en de persoon van Adams blijft daardoor onbelicht.

Maar gedurende de 52 wel aan hem bestede minuten wordt wel een aardig beeld van Adams’ muzikale ontwikkeling en zijn charmante, open persoonlijkheid gegeven. Het ontbreekt niet aan aardige bon mots zoals: “Ik houd van de Amerikaanse etniciteit van mijn eigen muziek”. Hij besteedt ook aandacht aan anderen, zoals Webern, die hij de ‘zuinigste’ van allen noemt, waarbij hij een gierigaard nabootst die schriel noten uitdeelt: “Hier heb je een Es. Gebruik hem verstandig!”. Zelfs al bewondert men Webern, het valt zwaar niet om zo’n opmerking te grijzen bij zo’n treffende analogie.

Ook ontbreekt het niet aan verrassingen, bijvoorbeeld daar waar hij het over Wagner heeft, wiens muziek hij ‘intens mooi, intens emotioneel’ noemt en waaraan hij zegt veel inspiratie te ontlenen.

Er worden ook foto’s getoond uit het privé-bezit van Adams en uiteraard zijn er grote brokken bewegende beelden van repetities en uitvoeringen. Jeffcock ging aardig inventief te werk door bijvoorbeeld beelden van Nixons bezoek aan China tegenover scènes uit Adams’ Nixon in China te plaatsen.

Dit portret is gecombineerd met een aan Amerikaanse werken gewijd concert door het Ensemble InterContemporain onder Jonathan Nott. Op het programma onder andere Adams’ eigen Gnarly buttons, in feite een klarinetconcert en zijn kamersymfonie. De werken van Nancarrow en Reich vormen een aardige, maar wat vergezochte aanvulling. Jammer bij nader inzien dat Adams niet meteen zijn eigen werken dirigeerde, want naast Britten en Reinbert de Leeuw zijn er weinig eigentijdse componisten die daartoe zo goed in staat zijn.