DVD Recensies

BRUCKNER: SYMFONIEËN NR. 5 EN 7, ABBADO

Bruckner: Symfonie nr. 5 in Bes. Luzern festival orkest o.l.v. Claudio Abbado. Accentus ACC 20243 (dvd, 80’33”). 2011

 

Bruckner: Symfonie nr. 7 in E; Beethoven: Pianoconcert nr. 3 in c op. 37. Alfred Brendel met het Luzern festival orkest o.l.v. Claudio Abbado. Euro Arts 2054648 (dvd, 1u 46’). 2005

 

Min of meer zonder veel publiciteit die voor outsiders vlot beschikbaar is, ging het Luzern festival van start met een eigen cd label. De eerste opname betreft Bruckners Vierde uit 2006. Niet vanuit de prachtige eigen concertzaal, maar in Tokio opgenomen tijdens een tournee van het huisorkest.

Uit Luzern zelf komt wel het hele concert uit zomer 2005 met Brendel in Beethovens Derde pianoconcert en Bruckners Zevende op dvd. 

Als nader wordt bekeken wat Abbado in Wenen aan Bruckner deed en opnam, is dat nogal wat:

1969 Symfonie nr. 1, Decca 476.9890 (2 cd’s)

1971 Symfonie nr. 1, Decca SXL 6494 (lp)

1991 Symfonie nr. 4, DG 431.719-2

1994 Symfonie nr. 7, DG 437.518-2

1995 Symfonie nr. 5, DG 445.879-2

2001 Symfonie nr. 9, DG 471.032

Een Berlijnse Negende uit 1997 circuleert op YouTube.

De sterke affiniteit die de dirigent met dit idioom heeft, is duidelijk; dat gold ook voor zijn landgenoot Giulini. Steeds toont Abbado een uitgesproken sympathiek gevoel voor deze materie die hij zeer verzorgd en goed geproportioneerd weergeeft. Alle mooie details zijn er, maar er wordt niet bij stilgestaan. Bij voorkeur hanteert de dirigent de Nowak versies.

Het mee door hemzelf samengestelde orkest met gretige jonge musici uit het Mahlerorkest en oude rotten uit het Berlijns filharmonisch broederlijk en zusterlijk door elkaar heen blijkt in Luzern volkomen vertrouwd te zijn met de manier waarop de muziek wordt aangepakt en reageert in individueel en collectief opzicht vanuit één geest. Zo vloeit de muziek als een onvermijdbare, logische, prachtig gekanaliseerde stroom langs. Mooi is zoals steeds belangrijke blazerspassages uitkomen.

Dat kan met een lyrische impuls zijn in de langzame delen maar even goed met een felle attaque in de scherzi. Aan de opvattingen van de dirigent blijkt in de loop der jaren weinig te zijn veranderd. Waarom ook? Geen spoor van opsmuk. De eb en vloed van de muziek zijn optimaal gekanaliseerd. Een vreugde om er niet alleen naar te kunnen luisteren, maar ook naar te kunnen kijken.

Wat Brendel laat horen in Beethovens Derde pianoconcert is natuurlijk ook getuigend van hoog niveau en niet te versmaden.