DVD Recensies

HÄNDEL: TAMERLANO, PINNOCK, MCCREESH

Händel: Tamerlano HWV 18. Monica Bacelli, Anna Bonitatibus, Thomas Randle, Elizabeth Norberg-Schulz met The English Consort o.l.v. Trevor Pinnock. ArtHaus 100.702 (2 dvd’s, 3u. 12’). 2001

 

Händel: Tamerlano HWV 18. Plácido Domingo, Monica Bacelli, Ingela Bohlin, Sara Mingardo en Jennifer Holloway met het het Ensemble van het Teatro Real Madrid o.l.v. Paul McCreesh. Opus Arte OA 1006 D (3 dvd’s, 3u. 23’). 2008 

 

Twee sterk contrasterende opvoeringen die fraaie alternatieven vormen. Het libretto van Haym (naar Marlowe) en de muziek van Händel uit 1724 bieden daar alle gelegenheid toe. Tamerlano, Tamburlaine of Timur heeft de Ottomaanse suktan Bajazet gevangen genomen en wil trouwen met diens dochter Asteria, terwijl hij eigenlijk verloofd is met Irene. Maar tenslitte trouwt hij toch met deze Irene en gunt hij Asteria aan haar minnaar Andronico, waarna hij zelfmoord pleegt.

De rol van Bajazet, die als een soort Lear of Boccanegra wordt geconfronteerd met de dilemma’s tussen trots, liefde en loyaliteit, kreeg een bijzondere wending toen Händel die sterfscène waarin Bajazet heldhaftig zelfmoord pleegt achteraf toegevoegde omdat de tenor Francesco Borosini niet alleen zo mooi zong, maar ook geweldig acteerde. Zo ontstond een van de meest intense en dramatische tenorrollen uit het Händel operarepertoire.  Thomas Randle kan er maar net volwaardig aan voldoen, maar hij zingt wel volkomen in stijl. Misschien was door de lage ligging van deze partij een bariton nog plausibeler geweest.

Een echte barokzangeres is Elizabeth Norberg-Schulz met haar lyrisch-dramatische sopraan misschien niet, maar ze overtuigt verder heel goed. De overige rollen zijn meer dan adequaat bezet. Pinnock zorgt met zijn orkest dat al lang vertrouwd is met barokke eisen voor een levendige bij de dramatiek passende begeleiding.

Het gaat hier om een verfilmde opvoering die tijdens het vijftigste Händelfestival in het intieme theater in Bad Lauchstadt bij Halle werd gemaakt. De regie was in handen van Jonathan Miller die koos voor weinig opsmuk en alleen de juiste impressies; de decors zijn sober, de kostuums daarentegen uitbundig.

In de andere opvoering wordt uit een heel ander vaatje getapt. Plácido Domingo is allerminst een barokzanger en hij klinkt ook allerminst als zodanig omdat in de achttiende eeuw door tenoren de hoge tonen met falsetstem zongen. Van zijn coloraturen mag men niet veel verwachten. Maar voor het overige past de rol van Bajazet hem perfect qua dictie, declamatorisch vermogen en welsprekende frasering. En de sterfscène is charismatisch.

Meer Händeliaans van karakter is de fraaie inbreng van Sara Mingardo, Monica Bacelli en Ingela Bohlin die een hecht tem vormen. En het was aan Paul McCreesh toe te vertrouwen dat hij zorgde voor een passende, heldere, kernachtige begeleiding. Ook op Graham Vick’s regie valt niets aan te merken en Richard Hudson zorgde voor extravagant ogende barokkostuums.  

Het is onmogelijk om te kiezen tussen dit tweetal opnamen, omdat ze zo verschillend maar ook beide zo overtuigend zijn, moet men haast over beide beschikken. De realisatie van Pinnock is tevens op cd (Avante AV 0001) verschenen.