DVD Recensies

MAHLER: KERSTMATINEES. SYMFONIEEN NR. 1, 2, 3, 4, 7, 9; ORKESTLIEDEREN, HAITINK

Mahler: Symfonieén nr. 1 in D, 2 in c, 3 in d, 4 in G, 5 in cis, 7 in e en 9 in D; Lieder eines fahrenden Gesellen; Liederen uit Des Knaben Wunderhorn. Roberta Alexander (sopraan), Maria Ewing (sopraan), Jard van Nes (alt), Carolyn Watkinson (alt), Benjamin Luxon (bariton) en Tom Krause (bariton) met het Groot Omroepkoor, het Noord-Hollands jongenskoor en het Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink. Philips 00289-4428713 (4 dvd’s, 10u 29’02” + 88’54”). 1977/1987

 

De aan de symfonieën en orkestliederen van Mahler gewijde Eurovisie Kerstmatinees van Haitink en het Concertgebouworkest die in 1977 begonnen en na 1987 wreed werden afgebroken waardoor de zesde en achtste symfonie, de Kindertotenlieder en het Lied von der Erde ontbreken, werden in 1999 al in pure geluidsgedaante door Philips uitgebracht in het album met 9 cd’s 464.321-2.

In 2006 werd daar, aangevuld met de bijna anderhalf uur durende documentaire “Bernard Haitink, een dirigentenleven” uit 1992 van de NPS door Hans Hulscher de beeld + geluid evenknie toegevoegd: bijna 12 uur boeiend, langzamerhand historisch materiaal.

Over Haitinks intussen door en door vertrouwde Mahlervertolkingen hoeft niet zoveel meer te worden gezegd. Naast de ‘officiële’ reeks complete opnamen uit de periode 1962/71 (Philips 442.050-2, 10 cd’s) getuigen deze ‘live’ opnamen van eenzelfde, haast nog meer bezonnen en rijpere opvatting. Er schuilen breedte- en dieptewerking in zijn opvatting en wat belangrijker is: ze getuigen van een consistente visie zoals die alleen kan komen van een dirigent die door de jaren geheel vertrouwd is geraakt met deze materie.

Intussen vertegenwoordigen deze interpretaties voor een generatie muziekliefhebbers een veilige, tamelijk lucide, weinig demonstratieve aanpak. Haitinks frasering heeft altijd blijk gegeven van een natuurlijke eenvoud, zijn lichtelijk hoekige ritmiek zorgde voor een welkome zekerheid. Zijn preoccupatie met conventionele symfonische waarheden op het gebied van vorm en structuur stond nooit een grote klankschoonheid in de weg. Tempi zijn altijd logisch, er was altijd een gevoel van richting en ook waar nodig van stuwkracht. De tragische elementen uit de Zevende werden niet nodeloos onderstreept; de Negende was heel treffend met veel zin voor helderheid en bouw.

Dat nu ook beeld bij het vrijwel steeds heel redelijke, maar zelden optimale geluid (typisch voor de NPS, met als verzachtende omstandigheid dat niet onder ideale omstandigheden kon worden gewerkt), verhoogt de impact van het geheel. Soms zijn de camera-instellingen wat beperkt en eenvormig waardoor telkens alleen bepaalde orkestgroepen of telkens dezelfde solisten in beeld komen.

Als geheel slaagden de opnamen van de Tweede en Zevende symfonie het best, de Negende heeft te weinig dynamiek; vreemd want het is uitgerekend de laatste opname uit 1987 toen men toch het meeste ervaring had opgedaan. A priori worden excuses gemaakt voor feilen in de beeld- en geluidskwaliteit. Er zijn inderdaad wat beeldhaperingen, maar dat is overkomelijk. Vervelender is dat hier en daar beeld en geluid niet synchroon zijn en het geluid bij stereoweergave wat voorloopt op het beeld. Dan ziet men een solo inzetten, maar men hoort hem pas een fractie later.  In de Vierde is dat goed vooral vast te stellen in de niet lipsynchrone zang van Maria Ewing. In de Dolby Surround versie schijnt daarvan geen of minder sprake te zijn, maar wie beluistert deze opnamen in die vorm?

Laten we echter niet te Beckmesserachtig reageren: dit viertal dvd’s met als aanvulling die anderhalf uur durende documentaire over Haitink uit 1992 is voor een verrassend lage prijs echt een verrassend koopje.