DVD Recensies

MAHLER: SYMFONIE NR. 5, BARENBOIM, RATTLE

Mahler: Symfonie nr. 5 in cis. Chicago symfonie orkest o.l.v. Daniel Barenboim. ArtHaus   100.032 (75’, 4:3, geluid 2.0, regio 0). 1997

Mahler: Symfonie nr. 5 in cis; Adès: Asyla. Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Simon Rattle. EMI 490.325-9 (2 dvd’s, 125’, 4:3, geluid 2.0, 5.1 en DTS 5.1, regio 0). 2002

 

In de mooie Keulse Philharmonie werd de ook op cd (Teldec 3984-23328-2) verkrijgbare opname van Mahler V tijdens een Europese tournee van het Chicago orkest opgenomen. Het begrijpelijk prachtige orkestspel ten spijt gaat het om een danig extroverte en niet erg opwindende, doorleefde interpretatie. Met het beeld erbij wordt het resultaat genietbaarder door een ander (gevaarlijk?) soort perceptie. Het heeft zeker te maken met de beeldregie van Bob Coles die de aandacht nu eens op de maatslaande Barenboim en diens duistere expressie vestigt, dan weer op het orkest, op secties daaruit of solisten. Het Scherzo wint daarbij het meest, het beroemde Adagietto blijft prozaïsch. Nee dit is alleen de moeite voor één keertje.

Boeiender is wat Rattle teweeg bracht begin september 2002 in die andere, de enig èchte Berlijnse Philharmonie kort na zijn aantreden. Nu ook hier met het beeld erbij worden de indrukken van de voorhanden cd versie (EMI 557.385-2) onderbouwd. De 1e trompet wekt nog meer bewondering voor de getoonde virtuositeit en de prachtige toon. Maar merkwaardiger is dat de 1e hoornist naar voren komt voor zijn obligate solo in het scherzo. Vroeger (bij Mengelberg!) schijnt dat gewoonte te zijn geweest, in de opname is het andere perspectief nu zicht- en hoorbaar, maar vreemd genoeg komt de zo belangrijke hele hoorngroep relatief nogal zwak in beeld. De orkestrale tutti hebben een scherp profiel. Dat Rattle de 1e en 2e violen tegenover elkaar plaatst is in de regel een winstpunt, maar hier niet steeds omdat Mahler ook dol is op unisono van alle violen. De legati zijn gladjes, de pianissimi bijna onhoorbaar, het 1e deel krijgt een niet te militant marskarakter en het Adagietto gaat gelukkig niet te traag. Het mooist slaagden echter het scherzo en de finale.

De toevoeging van Adès’ vierdelige Asyla uit 1997is fascinerend genoeg als opening en het interview met Rattle door Nicholas Kenyon heeft verhelderende punten, maar die extra’s maken wel een tweede plaatje nodig. Een boeiende Mahler, een Adès première dus, maar ook wat gemengde gevoelens over het totaal.