DVD Recensies

MOZART: COSÌ FAN TUTTE, HONECK, FISCHER

Mozart: Così fan tutte KV 588. Miah Person (s), Anke Vondung (ms), Topi Lehtipuu (t), Luca Pisaroni (b), Ainhoa Garmendia (s) en Nicolas Rivenq (bs) met het Glyndebourne operakoor en het Orchestra of the Age of musical enlightenment o.l.v. Iván Fischer. Opus Arte OA 970D (2 dvd’s, 3u 30’). 2006

 

Mozart: Così fan tutte KV 588. Ana-Marìa Martínez (s), Sophie Koch (ms), Shawn Mathey (t), Stéphane Degout (b), Helen Donath (s) en Thomas Allen (bs) met het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Manfred Honeck. Decca 074-3165-2 (2 dvd’s, 3u 02’). 2006

 

Een uitzending van Mezzo in oktober 2012 brengt de operafan even terug naar het Mozartjaar 2006 toen dit tweetal opnamen verscheen. Het is een ongelijke strijd tussen beide. In de Salzburgse bezetting komen we maar een paar bekende namen tegen. Thomas Allen is een fijne, listige Don Alfonso, maar het is triest om een vroegere ster als Helen Donath terug te zien als veel te ouwelijke Despina, dokter en advocaat. 

Martìnez (Fiordiligi) en Koch (Dorabella) zingen met charme

en ook hun minnaars Mathey (Ferrando) en Degout (Guglielmo) bezitten aangename stemmen waarin ze vurigheid kunnen leggen, maar ze zijn tot een soort overacteren gedwongen. Als Don Alfonso wordt Allen ten onrechte voorgesteld als een vermomde duivel, terwijl hij slechts een handige manipulator is.

Honeck zorgt voor een levendige, zij het soms haast wat te snelle of juist te langzame orkestrale invulling en maakt het geheel nog enigszins genietbaar.

De aankleding en de regie van Ursel en Karl-Erst Hermann is nogal modern en de opera begint met de mannen in een duel en de vrouwen aan het badminton spelen. Of dat de suggestie wekt dat de dames wel eens ontrouw zouden kunnen zijn? Wat volgt is vooral een misplaatste deconstructie van het werk

Effectiever zijn de vouwschermen als ‘meubilair’. Het ei midden op het toneel heeft een symbolische betekenis die menigeen zal ontgaan. De dames krijgen soms ongebruikelijke dingen te doen en van Despina wordt een karikatuur gemaakt. Een afwijking van Da Ponte’s complot is ook dat de dames stiekem mee kunnen luisteren naar het bedrogplan van de heren. Vreemd dat ze dan daarna toch nog voor die verwisseling zwichten.

Een verzachtende omstandigheid is dat het grote Festspielhaus in Salzburg eigenlijk ook te groot is voor deze opera. De opvoering in Glyndeborne tapt uit een heel ander, veel rijker gevuld vaatje.

Regisseur Nicholas Hytner beloofde een ‘vreselijk traditionele’ in Glyndebourne, maar voor het resultaat hoeft hij zich geenszins te schamen. Feitelijk slaagde hij in alle opzichten. De aankleding is in een stijl die past en de hulpmiddelen zijn simpel met een rollend decor dat passende uitzichten bij iedere scène geeft, een paar half verveloze deuren ter weerszijde en sober meubilair.

De bezetting is verrassend sterk. Ster van de opvoering is Miah Persson als Fiordiligi. Met een prachstem zingt ze als parel gedurende al haar aanwezigheid op het toneel en ze acteert ook voorbeeldig. Ze blinkt zowel in het vuurwerk van ‘Come scoglio’ als in het melancholieke, lyrische ‘Per pietà’ uit. Haar trillers en versieringen zijn een toonbeeld van hoe het eigenlijk hoort. Anke Vondung (Dorabella) doet maar weinig voor haar onder en acteert net zo mooi karakteristiek.

Het is een feest om de Despina van Synhoa Garmendia als kamerkatje, samenzweerster, dokter en notaris met veel brio en sterk wisselende gelaatsexpressies in actie te horen en vooral ook te zien. 

Topi Lehtipu is een onstuimige Ferrando en Luca Pisaroni is een evenwaardige, maar goed contrasterende Guglielmo. Ook de Don Alfonso van Rivenq voegt zich naadloos in het voortreffelijke team. Juist de voortreffelijk gesmede eenheid van deze opvoering maakt zo’n sterke indruk. Alle zangers maken hun rol volkomen geloofwaardig.

Vergeet ook de geweldige prestatie van orkest (met een flink op de proef gestelde ventielloze hoorn) en dirigent niet om voor de vereiste vaart, dramatiek en ontspanning te zorgen en voldoende aandacht voor details te tonen.

 Het einde van de voorstelling is letterlijk harmonisch. Maar al te vaak worden de twee vrouwen mokkend en beide mannen kwaad achtergelaten, maar hier volgt terechte verzoening. Eén klein minpuntje van deze twee opnamen: Ferrando’s aria ‘Ah, lo veggio’ is weggelaten.

Aan het eind van de rit blijft de ploeg van Fischer onbetwist winnaar met in het redelijk grote gevolg op enige afstand Gardiner (DG 073-026-9) en op iets groter afstand Muti (TDK DVWW-OPCFTSF).