DVD Recensies

MOZART: REQUIEM E.A., ABBADO

Mozart: Requiem in d KV 626; ‘Betrachtet dies Herz’ uit Grabmusik KV 42; ‘Laudate Dominum’ uit Vesperae solennes de confessore KV 339. Karita Mattila (s), RMOZARTachel Harnisch (s), Sara Mingardo (ms), Michael Schade (t), Bryn Terfel (bs) met het Zweeds omroepkoor en het Berlijns filharmonisch orkest o.l.v. Claudio Abbado. ArtHaus 100.036 (dvd, 62’). 1999

Dit is een gelegenheidsopname die in de kathedraal van Salzburg, een vrij sober gedecoreerde barokkerk met klassieke proporties en in vooral lichte grijstinten werd gemaakt ter herdenking van het tienjarig overlijden van Herbert von Karajan. 

Het Requiem wordt voorafgegaan door andere passende gelegenheidsmuziek waaraan Rachel Harnisch een wezenlijk aandeel levert.

Heel passend voor die gebeurtenis werd gekozen voor een vrij grootschalige uitvoering van het Requiem, hoofdzakelijk op basis van Süssmayr, maar n de laatste delen is ook iets van de modificaties van Beyer en Levin waar te nemen.

Bij de solisten imponeren vooral Karita Mattila (met haar ontroerende inzet van ‘Tuba mirum’ en Bryn Terfel met zijn klaroen bas. Duidelijk, gaaf en helder in de inbreng van het viertal.

Het aandeel van koor en orkest en daarmee van Abbado is haast vanzelfsprekend tot in de puntjes verzorgd. Het was goed daarvoor het ideaal getrainde Zweedse koor in te vliegen. Het klinkt slank, duidelijk en articuleert scherp met soms staccati tot gevolg. Helderheid is steeds troef en de oppervlakteglans verwordt nooit tot uiterlijke gladheid. Ook het ‘Dies irae’ en het ‘Confutatis maledictus’ bezitten wat dreigends. Kenmerkend voor het resultaat is een hoog lyrisch gehalte. Het eindresultaat past mooi bij de gelegenheid en deze uitvoering behoort met die van Gardiner (420.197-2), Schreier (Philips 475.205-2), Karajan (DG 471.639-2) en Harnoncourt (Duitse Harmonia Mundi 82876-58705-2) tot de mooiste.

De opnamemensen wisten goed raad met de nagalm van de kerk en zorgen voor een behoorlijk doorzichtig en goed gedefinieerd geluid. Let maar eens op de lage strijkers in het ‘Recordare’ en de fuga’s uit het ‘Kyrie’, ook al zijn die in de eerste plaats aan dirigent en orkest te danken.