DVD Recensies

POULENC: DIALOGUES DES CARMELITES

Poulenc: Dialogues des Carmélites. Anne Sophie Schmidt (Blanche), Nadine Denize (Mad. De Croissey), Valérie Millot (Mad. Lidoine), Hedwig Fassbender (Mère Marie), Patricia Petibon (Constance), Didier Henry (markiies De la Force), Laurence Dale (chevalier de la Force) e.a. met het Straatsburgs filharmonisch orkest o.l.v. Jan Latham-König. ArtHaus 100.004 (149’, 16:9, geluid 2.0, regio 0). 1999

 

Oppervlakkig beschouwd zouden Poulencs werken voor het muziektheater kunnen verdeeld in die welke zijn geworteld in zijn jeugd toen hij lid was van de Groupe des six en die uit zijn pessimistischer tijd na de Tweede Wereldoorlog. Maar zo simpel is het niet, want pas na Les mamelles de Tirésias uit 1953 en Dialogues des Carmélites uit 1956 keerde hij terug naar het werk van zijn beide contrasterende monologen La voix humaine en La dame de Monte Carlo waarin het frivole en het tragische met veel gevoel voor ironie zijn vermengd.

Dialogues des Carmélites kan in menig opzicht worden beschouwd als Poulencs chef d’oeuvre en behoort tot de niet zo talrijke 20 eeuwse opera’s (naast bv. Wozzeck) die steeds op het repertoire zijn gebleven. Terecht, want het werk komt rechtstreeks uit het hart en keert weer terug in de harten van operaliefhebbers, niet op een extroverte of gehuichelde manier, maar door de deugd van de wijze waarop een inzicht wordt gegeven in de bedreigde wereld van een groep Carmelitessen op het hoogtepunt van de terreur tijdens de Franse Revolutie. De persoonlijke reacties worden treffend uitgebeeld en de diverse psyches zijn in het zicht van hun fatale lot mooi uitgediept.

Marthe Kellers productie van Poulencs aangrijpende en welsprekende opera over het martelaarschap van een groep nonnen tijdens de Franse revolutie ging in de Opéra du Rhin in 1999. In een tegenwoordig haast ongebruikerlijke poging om het werk tot zijn essentie terug te brengen zonder enige poging tot persoonlijke glamour laat ze niet alleen de tekst, maar het hele werk voor zichzelf spreken. Har eenvoudige ideeën gaan hand in hand met de intenties van het origineel, de eenvoudige decors en de economische bewegingen weerspiegelen de directe eenvoud van Poulencs fraai gewrochte werk. Iedere deelnemende kunstenaar draagt op zeer toegewijde en uitstekende wijze zijn of haar deel bij aan een voortrerffelijk ingestudeerd geheel.

Op sobere, maar dramatische wijze door Keller (ooit eerder de heldin in Honeggers Jeanne d’Arc au bûcher op DG) in beeld gebracht ontstaat meteen een aangrijpende sfeer. Op deze productie valt eigenlijk niets aan te merken; de claustrofobische sfeer van het nonnenklooster is met zorg in beeld gebracht en de slotscène ontkomt aan het anticlimaxeffect dat zich zo vaak in het theater voordoet.

Ook niet op de muzikale realisatie. Anne-Sophie Schmidt is een even fraai ogende als zingende Blanche. Maar ook Hedwig Fassbender (Mère Marie de l’incarnation), Patricia Petibon (Soeur Constance), Didier Henry (Le marquis De la Force) en Laurence Dale (chevalier De la Force) zijn voorbeeldig als zangers en acteurs (m/v). Ook het orkestspel laat haast geen wens onvervuld. Voor Duitse, Engelse en zelfs Nederlandse ondertitels is gezorgd.