DVD Recensies

PROKOFIEV: GOKKER, DE

Prokofiev: De gokker op. 24. Vladimir Ognovienko, Kristine Opolais, Misha Didyk, Stefania Toczyska met het Ensemble van de Berlijnse Staatsopera o.l.v. Daniel Barenboim. C Major 701708 (dvd, 2u.15’). 2008

Prokofievs tweede opera toont de componist niet alleen in zijn muzikale taalgebruik, maar ook in de verhaallijn als een nogal extreme componist. Alexei, de in een intellectuele goede familie geboren leraar is in dienst van een gepensioneerde, eveneens gokkende generaal die op zijn beurt een neef is van de waarschijnlijk puissant rijke Babulenka die later bij het gokken ook haar vermogen verspeelt; Alexei heeft een haatliefde verhouding met de stiefdochter van de generaal, Polina. Hij gokt op haar kosten en zij vernedert hem door hem te dwingen anderen voor haar plezier te beledigen. Op haar beurt heeft Polina een haatliefde relatie met de markies die greep op haar heeft als gevolg van de schulden van de generaal. Om Polina van die knelgreep te bevrijden heeft Alexei het geluk dat hij een vermogen wint met gokken in de stad Roulettenburg. Maar Polina weigert dat aan te nemen en Alexei eindigt hier na een hopeloze vlucht met de opportunistische Blanche naar Parijs als een wanhopig, totaal verarmd wrak.

Geheel overeenkomstig de nadagen waarin het wek zijn première beleefde plaatst regisseur Dmitri Tcherniakov de handeling in het kader van kapitalistische uitspattingen in hotellobby’s en gokzalen. Dat sluit mooi aan op de conversatiestijl die in het werk domineert. De decors die ook van Tcherniakov zijn, zijn simpel en vrij symmetrisch gehouden met een voorkeur voor het gebruik van kobaltblauw. De mensenmenigte is uitgedost met baseball caps, designkleding of juist met een maffioos aanzien. Aan interactie geen gebrek en de zangers voegen zich heel goed in dit concept. Vooral Misha Didyk als Alexei en in haast gelijke mate Kristine Opolais als Polina zingen en acteren heel goed en hun slotscène is bijzonder geslaagd. Ook de andere zangers presteren goed, maar de grootste verrassing komt uit de orkestbak. De begeleiding klinkt heel vurig en bezit een grote, haast expressionistische kracht. Eén stap verder en je belandt bij Wozzeck.

Al met al een hoogst bevredigende registratie. Een vroeger, minder bevredigend alternatief uit 1966 is er van Rozdestvensky met een ensemble van de Russische omroep op Capriccio 93510.