DVD Recensies

ROSSINI: DEMETRIO E POLIBIO

Rossini: Demetrio e Polibo. María José Moreno (s), Victoria Zaytseva (ms), Yijie Shi (t) en Mirco Palazzi (b) met het Praags Kamerkoor en het G. Rossini orkest o.l.v. Corrado Rovaris. ArtHaus 101.647 (dvd, 1u. 55’ + 14’). 2011

 

Wanneer de opera’s van Rossini op dezelfde manier zouden zijn genummerd als de symfonieën van Bruckner, zou dit dramma serio als zijn nummer 0 doorgaan. De afzonderlijke delen uit het werk werden geschreven in verschillende perioden van Rossini’s tienertijd aan de Accademia in Bologna op verzoek van een toen welbekende troep rondreizende musici: de familie Mombelli. Mombelli’s echtgenote, geboren Viganò, de zuster van de destijds beroemde choreografe, schreef het sub-Metastasio libretto en de familie hield het stuk een jaar of vier geheim, maar stond in mei 1812 toe dat het werk in Rome werd opgevoerd, waarschijnlijk in de verwachting en de hoop dat er geld aan te verdienen was nu Rossini inmiddels populair was geworden.

De geschiedenis behelst het verhaal over de koning van Parthia, Polybius, zijn dochter Lisinga, Siveno de minnaar van Lisinga en Demetrius, de Syrische koning die is vervreemd van Lisinga. De verwikkelingen die voortvloeien uit hun houding zijn netjes in het bijgevoegde boekje beschreven; voor een tekstboek moet men wel weer net als bij vrijwel alle dvd videoproducties zelf zorgen.

Deze opera verdient om allerlei reden de aandacht. In de eerste plaats omdat een onbekend werk van Rossini verspreiding nodig heeft en in de tweede omdat het een paar prachtige nummers bevat: het kostelijke duet ‘Questo cor ti giura’ en het confronterende kwartet ‘Donami omai Siveno’. Maar natuurlijk bevat het werk meer moois vooral in ariavorm al is de structuur nogal losjes.

Victoria Zaytseva (Demetrio) en Mirco Palazzi (Polibio) zijn in de hoofdrollen mooi op dreef en ze worden goed terzijde gestaan door María José Moreno (Lisinga) en in een dubbelrol nogmaals Zaytseva (Siveno). Moreno is wat gelukkiger in de zoete coloraturen van ‘Sempre teco ognor contenta’ dan in de aria ‘Alla pompa già m’appresso’, maar Zaytseva is voortdurend erg goed, met name in haar aria uit de eerste akte ‘Pien di contento in seno’.

Het spel van het Rossini orkest onder Rovaris is alert en levendig, de kostuums en decors van de Accademia di belle arti di Urbino ogen mooi en David Livermore voert een strakke regie.

Telkens opnieuw blijkt wat een zegen de dvd is voor de opera (en het ballet), zeker nu steeds meer onbekend moois wordt opgegraven.