DVD Recensies

STRAVINSKY: VUURVOGELSUITE; SACRE DU PRINTEMPS, LE, JÄRVI

Stravinsky: Vuurvogelsuite (1919); Le sacre du printemps; Debussy: Prélude à l’après midi d’un faune. Orchestre de Paris o.l.v. Paavo Järvi. Electric Picture EPC  05 DVD (dvd, 74’). 2012

 

29 Mei 2013 was het Mariinsky orkest met Valery Gergiev ingevlogen om in het Parijse Théatre des Champs-Elysées de viering van de honderdste verjaardag van de Sacre luister bij te zetten.

Een jaar eerder was Paavo Järvi, de vaste dirigent van het Orchestre de Paris (sinds 1968 de voortzetting van het roemruchte Parijse orkest van de Société des concerts du Conservatoire of kortweg Parijs’ Conservatoriumorkest waaraan uw recensent sinds zijn jonge jaren de beste herinneringen bewaart) na Bernstein 9in 1966, Bausch in 1978, Rattle in 1987, Bolshoi in 1990, Tilson Thomas in 1996, Boulez in 1997, Chailly in 2002, Rattle en Schäfer in 2003, Gergiev in 2008, Rattle nogmaals in 2009, Sokhiev in 2011 en Jordan in 2012 de veertiende die een Sacre aan dvd toevertrouwde.

De ‘live’ opname is in september 2012 gemaakt in de zich hier in alle opzichten daarvoor heel goed lenende Salle Pleyel. Hier past trouwens om te beginnen een woord van lof voor het gedetailleerde informatie verstrekkende begeleidende boekje. Meestal is daarin bij dvd’s maar karig voorzien, maar hier worden veel interessante detailgegevens verstrekt tot aan de volledige tekst van Mallarmé’s gedicht Le faune waarop Debussy’s Prélude à l’après midi d’un faune is gebaseerd.

Wat zijn de kenmerken van Järvi’s Stravinsky? Hij laat om te beginnen een Vuurvogelsuite horen die hij eerder al eens met het Cincinnati orkest op cd (Telarc CD 80587) registreerde. In Parijs laat hij de kleuring van het werk in de beste Rimsky-Korsakov traditie mooi horen terwijl hij de woeste entrée van Katschei en de daarop volgende Danse infernale heel pakkend vormgeeft. In de finale waaiert de muziek breed uit en de grote trom die de tovenaar aankondigde onderstreept fraai de akkoorden in de climax.

Järvi’s interpretatie van de Sacre laat een aangeboren muzikaliteit, ritmische verve en voldoende transparantie horen. Het werk bezit een cumulatieve vaart, een waar nodig seismische kracht, maar waar nodig ook momenten van aangename rust. Aan auditief primitivisme geen gebrek. Het ensemblespel is bijzonder hecht en eigenlijk zou men er dans bij verwachten.

Om te kalmeren en weg te dromen is daar tenslotte Debussy: helder, loom met een prachtige fluitsolo. Ook dit werk komt karakteristiek tot leven. En dat alles is inzichtelijk met de aandacht gericht op waar het nuttig is in beeld gebracht. Zo gewapend kan deze fijne uitgave met gemak de zwaarste concurrentie aan.