DVD Recensies

WAGNER: LOHENGRIN, ABBADO

Wagner: Lohengrin. Plácido Domingo (Lohengrin), Robert Lloyd (Hendrik de vogelaar), Cheryl Studer (Elsa van Brabant), Hartmut Welker (hertog van Brabant), Dunja Vejzovic (Ortrud), Georg Tichy (heraut) e.a. met het Ensemble van de Weense Staatsopera o.l.v. Claudio Abbado. ArtHaus 100.956 (219’, 4:3, geluid 2.0, regio 2 en 5). 1990

 

Als Pioneer beeldplaat PLMCD 00011 (2 laserdiscs) staat deze opname al jaren in mijn kast. Hoewel best favoriet, kwam hij daar toch niet vaak meer uit sinds de beeldplaat in onbruik raakte. Hij is ooit ook door DG op vhs tape uitgebracht (079-258-3). Des te prettiger dat die memorabele verfilming uit de Weense Staatsopera (ik woonde een van die voorstellingen bij, vandaar) nu op dvd-v is (her)uitgebracht door ArtHaus.

Hier gaat het om een grootse, maar traditionele enscenering van deze opera zoals die regelmatig sinds zeventien jaar in de Weense Staatsopera op het toneel wordt gebracht met Wolfgang Weber als regisseur en decors van de broers Heinrich.

Het draait hier natuurlijk om de verrassende aanwezigheid van Plácido Domingo in de titelrol, de beste Wagnerrol die hij ooit vervulde, en dat met grootse gouden toon, stevige inzet, tegelijk heroïsch èn lyrisch en een redelijke beheersing van de tekst in een aanvaardbaar Duits, waarmee hij zich een bijzondere Wagnertenor toont. Zijn grote soli inspireren hem tot een groots bereik aan klank en dynamiek. Een koninklijke rol van hem.

Cheryl Studer die ook een Elsa bijdroeg aan het Philipsopname uit Bayreuth (Philips 070-436-3 vhs, 1991) onder Peter Scheider in de regie van Werner Herzog, is hier in nog duidelijk betere vorm. Er is overigens een andere, eerdere Philips vhs opname uit Bayreuth met een heel andere bezetting, dit keer onder Waldemar Nelsson (070-411-3). Al naar gelang haar rol dat eist, ageert ze vanuit een naïeve onschuld successievelijk opgetogen, bezeten en gekweld; haar stem en voordracht laten haar geen moment in de steek en ze weet bij vlagen heel subtiel te fraseren.

Ze vormt een fel contrast met de heel sinistere echt felle, zichzelf net niet overschreeuwende Ortrud van Dunja Vejzovic die een en al boosaardigheid uitstraalt;  Hartmut Welker toont op overtuigende wijze hoe de gefrustreerde, zich verbijtende Telramund in elkaar zit en zorgt zo voor een goed getypeerd portret van een zwakke man die tegen het onvermijdelijke – noem het zijn noodlot – vecht al komt dat niet volledig uit de verf. Hij wordt opgejaagd tot het verrichten van snode daden door Vejzovic. Robert Lloyd zet een prachtig wijze, kernachtige en bepaald geen saaie koning Heinrich met merg in zijn botten neer en Georg Tichy’s heraut is precies wat die moet wezen.

Maar de eigenlijke held is hier toch Claudio Abbado met zijn orkest: hun directe, doorleefde aanpak is echt heel groots en alleen al de moeite waard. Ook het koor overlaadt zich met roem. Brian Large kon niet veel uitrichten om het vrij statische werk in deze traditionele vorm in beeldvorm te verlevendigen, maar zijn reportage is keurig geslaagd. De beroemde zwaan verschijnt even als een groot zilveren voorwerp, maar verdwijnt ook weer in een flits.