Fonografie Muziek

HET VERANDERDE GELUIDS- EN PERSMEDIALANDSCHAP

HET VERANDERDE GELUIDSMEDIA EN PERSLANDSCHAP

Wat is het is, terugblikkend tot de leeftijd van een jaar of acht toen de bewustwording, belangstelling en mogelijkheden tot nadere kennismaking eind jaren dertig vorige eeuw voldoende waren gegroeid, interessant om de ontwikkelingen op niet zelf voortgebrachte muziek van nabij, later professioneel te hebben meegemaakt. Want ga maar na:De radio ontwikkelde zich van AM ontvangst, via FM, FM stereo tot digitaal via kabel of schotel. Tegelijk groeide het aantal te ontvangen zenders haast exponentieel.Muziekweergave begon (afgezien van het vroege instrumentarium uit het museum ‘Van speeldoos tot pierement’) met de pick-up, de 78t. plaat en verliep via de mono lp, de stereo dito, de voorbespeelde 19,5cm/s tape, musicassette, de cd, de minidisc, alles hard- en bijbehorende software voor geluidsweergave. De dvd met zijn speler voegde daar beeldweergave aan toe.

Daarna ontstonden nieuwe vormen van meest datagereduceerde muziekopslag en weergave, bijvoorbeeld in de vorm van mp3 files die met een i-pod kunnen worden afgespeeld. De mp3-speler is feitelijk geluidsdrager en medium ineen.  Sinds medio jaren vijftig was er de taperecorder om eigen opnamen te maken, later gevolgd door de cassetterecorder en de DAT recorder die intussen door nieuwere geluidsdragers als de dvd voor beeld en geluid is opgevolgd; de harde schijf in de computer en de nieuwere tv’s kreeg ook een rol als geluid- en beelddrager. Internet ging heel nieuwe mogelijkheden bieden om muziek in onverdunde of verdunde vorm te kopiëren of te downloaden.

TV programma’s kunnen op dvd worden gekopieerd. Via firma’s als bol.com werd het mogelijk snel en goedkoop cd’s en dvd’s te verwerven.  Je koopt er cd’’s, inclusief nuttige boekjes en de kwetsbare verpakking. Er zijn overigens heel veel webwinkels, en veel speciaalzaken hebben ook een verzendservice. Een andere grote vernieuwing is, dat veel uitvoerende musici geen dure cd’s meer uitbrengen, maar alleen nog goedkope downloadversies. Bij popmuziek wordt dit steeds meer standaard, en ook op klassiek gebied neemt dit toe. De cds van Janine Jansen eerder via de downloadversie en pas later op cd te verkrijgen.

Dit als voorbeeld. Als in het aankoopbeleid conservatief ‘klassiek’ specialist ontging en ontgaat me veel van deze laatste ontwikkelingen omdat ik de cd met zijn kwetsbare verpakking, zijn nuttige boekjes en de vakhandel trouw bleef.Gedurende die periode van zestig jaar beleefde de muziekindustrie zijn steile opkomst en begon de haast onvermijdelijke neergang. De bakens moesten worden verzet, multinationals met veel overheadkosten kwamen het eerst in de problemen. Overproductie, teveel vaak nodeloze herhalingen, doublures waren contraproductief. Een poosje bood de productie van opnamen van ‘authentieke’ uitvoeringen soulaas, goedkopere productiewijzen in de vorm van steeds meer ‘live’ opnamen hielpen.

Kleinere firma’s die goedkoper konden werken zagen goede mogelijkheden in aardig nicherepertoire.Tegelijkertijd trad met name op popgebied een grote diversificatie op van de genres die alle om aandacht schreeuwen. Iets dergelijks is te zien op het gebied van de beeldende kunst die intussen ook vormgeving, fotografie, nieuwe media, reclame, conceptueel werk en zelfs film omvat.

Daarover valt dan weer veel te verklaren en uit te leggen, zodat voor detailkritiek weinig ruimte overblijft. Bij de literatuur is het al niet veel anders, denk maar even aan de zogenaamde ‘literaire thrillers’ en de verdekte pulp. Net zoals de ‘gewone’ wereld is de kunstwereld steeds complexer, maar ook onoverzichtelijker geworden met zijn aanbod aan concerten, opera, ballet, musicals, pop, jazz, toneel, cabaret, literaire genres, documentaires, films, cd’s, dvd’s et al.

Dat schreeuwt haast om ordening en overzicht. Liefst in een vorm die uit meer bestaat dan bondige, commentaarloze lijstjes. Op internet is de chaos en dus het probleem intussen nog veel groter: tienduizenden meningen en duizenden blogs en sites om ze uit te venten. Waar kan de kunstliefhebber in het algemeen, de muziekliefhebber en nog nader gespecificeerd de cd verzamelaar veilig terecht in deze omvangrijke horizontale hiërarchie zonder duidelijke verticale rangschikking?

Naarmate de gedrukte pers steeds meer in de problemen raakt, wordt ook en vooral bezuinigd op de luxe van de kunstrubrieken. Sommige bladen leveren al aanvullende websites; sommige recensenten kiezen eieren voor hun geld en beginnen zelf een website.

Het tekent zich steeds duidelijker af dat berichten over de kunstwereld zullen worden geconcentreerd op een beperkt aantal centrale sites met links naar een zeer verspreid netwerk van lokale en individuele sites. Voorbeelden daarvan bestaan al. Of ze voor de hele doelgroep al voorzien in de dagelijkse informatiebehoefte?

Een goedkopere oplossing voor de actieve recensent is zelf een blog beginnen. Ook daarvan bestaan al legio voorbeelden. Alleen: hoe deskundig, oordeelkundig en ervaren zijn die bloggers? Wat is hun achtergrond? Hoe objectief en onafhankelijk zijn ze? Zijn ze betrouwbaar? Wat willen ze met hun voorlichting? Het moet toch om meer gaan dan alleen le plaisir de se voir imprimé.

Het is goed hier meteen mijn eigen positie ter discussie te stellen en toe te lichten. Het is één ding om te kunnen bogen op een specialisatie in muziekconserven en een kritische instelling sinds het begin van mijn activiteiten in 1955 bij Luister en de RDP, vervolgens onder meer bij Elsevier, HVT, Radio 4 en als free-lancend medewerker aan allerlei andere organen. Maar ben ik mijn principes van zo objectief, onafhankelijk mogelijke consumentenvoorlichting trouw gebleven? Ik kan die vraag alleen maar in alle bescheidenheid met ‘ja’ beantwoorden en daaraan toevoegen dat ik ook 99% van alles wat ik bespreek eerst braaf gewoon in de winkel koop. Dat is ook een flinke restrictie: het budget is krap.

Een eigen blog beginnen als de makkelijkste manier om uiting te geven aan narcistische zelfexpressie is nog gemakkelijker en goedkoper. Vandaar de toeloop van publicisten. Zij hebben in het beste geval wel het voordeel van onafhankelijkheid. Met een eigen website ben je nadrukkelijker uitgever en redacteur. Bij de bonafide gedrukte media bevond zich als regel een deugdelijk brandscherm tussen beide compartimenten. Op een website krijg je al gauw te maken met gratis aangeboden of betaalde advertenties. Die tak van sport laat ik geheel aan de webmaster over; mij heeft de site alleen maar veel geld (en heel wat tijd) gekost en geen cent opgeleverd. Op grond van de anonieme bezoekersaantallen is gelukkig  wel sprake van enige voldoening. De rest is interessante, aardige bezigheidstherapie.

Op internet kan iedereen zijn eigen mening ventileren, er zijn talloze websites met ‘recensies’, besprekingen, oordelen, individuele meningen. Als lezer weet je niet wat kwaliteit heeft en wat niet.Via skype presenteren jonge, nieuwe ensembles zich met hun eigen muziek. En youtube geeft veel starters ruimte om hun eerste huisproducties opzetten, ook met klassieke muziek. En dan niet alleen niveau ‘huismuziek’ maar ook beroeps aan het begin van hun carrière. Vooral voor pianisten is dit gemakkelijk te doen.

Via youtube worden nu al audities georganiseerd: thuis filmpje maken en op youtube zetten. De synchronisatie tussen beweging en geluid maakt dat het bijna niet mogelijk is om te simuleren. Het eerste youtube orkest is zo al gevormd.  Op het gebied van de geregistreerde muziek speelt zich nog wat anders af. De markt is intussen zo oververzadigd dat geen sterveling meer op de hoogte kan zijn van zelfs maar beperkte genresegmenten van het ijzeren repertoire. Men drijft op een dun bovenlaagje van nieuwe verschijningen die als op zichzelf staand kort worden beschouwd.

Aan mijn ideaal om iedere nieuwkomer in perspectief met het bestaande te beschouwen, om als het ware van iedere recensie een summiere Vergelijkende Discografie te maken, is feitelijk niet meer te voldoen. Hoezeer dat ook mijn – door voornoemde industrie en de handel zeer gehate - streven was. In dat opzicht zijn ook de elders in de pers verschijnende besprekingen te makkelijk, te weinig zeggend. 

Kenmerkend en als voorbeeld is de Achtste symfonie van Shostakovitch, niet direct diens populairste werk, waaraan ik zojuist een Vergelijkende Discografie wijdde. Van dat werk bestaan ten minste 34 cd + 1 dvd opnamen en de mooiste daarvan is nagenoeg onbekend. Alleen de bekendste, succesvolste kunstenaars worden – soms haast overmatig - door de muziekindustrie gepusht. Uitvoerende musici zoals Janine Jansen hebben daarom een heel marketingapparaat om zich heen. En die opnames worden dan ook prominent door de bladen besproken. Van een blad als Klassieke Zaken weet je dat het puur een reclameblad is, maar het kan niet anders of ook Luister heeft nauwe banden met die industrie. Onafhankelijkheid is slechts schijn.. 

Omdat niet alleen het nieuws, foto’s, filmpjes maar ook de muziek veelal op makkelijke manier gratis en in elk geval heel goedkoop ter beschikking is, raakten ook de gedrukte media in de knel. Kunstrubrieken worden bekort, moeten worden gepopulariseerd.

Geen wonder dat de bestaande of ten minste dreigende malaise in de gespecialiseerde muziekconservenpers al tijden duidelijk is. De meest kritische tijdschriften moesten het eerst verdwijnen: het Duitse HiFi Stereophonie en het Nederlandse Disk al in 1981, daarna ook het Amerikaanse High Fidelity; daar floreert nu vooral nog The American Record Guide. Dank zij een groter taalgebied en een lange traditie handhaven The Gramophone in Engeland, Le monde de la musique in Frankrijk en Fono Forum in Duitsland zich redelijk, hoewel hun opstelling minder kritisch is geworden. Luister! is, omgevormd tot een populistische glossy, nog slechts een schim van wat het maandblad in het verleden was. 

Intussen, bij wijze van terzijde, heb ik tot slot moeite met de uit het Engels overgenomen term ‘album’ voor een cd. Daarvoor is het woord voor mij te ouderwets verbonden met het begrip fotoalbum, poëziealbum en niet met dat van de verzamelplaat of –cd. oeps wat doe je nu ouderwets. Ik vind album wel duidelijk: een verzameling individuele plaatjes of gedichtjes of muziekstukjes. In die zin is een album een lp of cd met een verzameling muziekstukjes. Bijvoorbeeld van Kiri te Kanawa, met allemaal arias uit verschillende opera’’s. Het is niet juist om te zeggen dat Ton Koopman op zijn nieuwste album de Matthaeus Passion laat horen. Dus anders gezegd, het woord album hoort bij een uitvoerend musicus, die van alles laat horen op zijn instrument. Een verzamel cd is iets anders: daar wordt een compilatie gemaakt van eerder uitgebrachte opnames.