Fonografie Muziek

STRIJKKWARTET, DE OPBLOEI VAN

DE OPBLOEI VAN HET STRIJKKWARTET

 

Onlangs hoorde ik het Arcanto kwartet, opgericht in 2002 en bestaande uit de violisten Daniel Sepec en Antje Weithaas, altiste Tabea Zimmermann en cellist Jean-Guihen Queyras. Vooral de altiste en de cellist hebben in heel diverse programma’s al lauweren geoogst als solist. Nu dus samen in een geweldige kwartetformatie – zelden zo’n mooie vertolking van het strijkkwartet van Ravel gehoord!

Het gaat om één van de verrassend vele nieuwe kwartetformaties die in de afgelopen tijd met succes ten tonele zijn verschenen. Daarbij vallen een paar stimulerende ontwikkelingen op die best eens summier nader mogen worden belicht.

 

Goede oude tijd

In mijn puberteit had je in ons land het Nederlands strijkkwartet met Nap de Klijn dat me afgezien van wat ervaringen met uit plaatselijke amateurs (meest doktoren, juristen en ingenieurs) samengestelde ensembles volgens de beschrijving in Heymerans boekje Het genoeglijke strijkkwartet in huiskameroptredens manifesteerden) de eerste professionele ‘live’ ervaring tijdens ‘een uur muziek’ op het lyceum bezorgde. De jaren zestig leverden hier verder het Esterházy kwartet van Jaap Schröder op, een der pioniers op het gebied van strijkinstrumenten met darmsnaren (waarvan momenteel het Quatuor mosaïques het volmaakte voorbeeld is), in de jaren zeventig kwamen daar onder meer het Schönberg- en het Mondriaan kwartet bij, ensembles die zich toelegden op eigentijds repertoire.

Verder voedde men zich via radio en grammofoonplaten met moois van het Busch kwartet, het Calvet kwartet, ‘de Hongaren’, ‘de Boedapesters’, ‘de Italianen’, het Végh kwartet, het Amadeus kwartet en het Juilliard kwartet. Eenieder die ook maar een beetje in deze materie is ingevoerd, kan vervolgens minstens tien geweldige ensembles noemen die de fakkel overnamen.

 Wat nieuwe tendensen

Jonge formaties. Me beperkend tot eigen land, treft dat de laatste tijd een aantal van de begaafdste afgestudeerden aan onze conservatoria besluit om zich meteen na die opleiding aan deze formatie te wijden. De voorbeelden zijn bekend; om slechts een paar van de inmiddels gereputeerde Nederlandse groepen te noemen: het Matangi-, Lagos-, Van Dingstee-, Jenufa-, Berlage-, En-Accord-, Romeo-, Rubens- en Ragazze kwartet, alle hevig op weg geholpen door de Nederlandse Strijkkwartet Academie van Stefan Metz. Voeg daarbij bijvoorbeeld nog het Hongaarse Tiberius kwartet uit die bron. In het buitenland blijkt dat nauwelijks anders te zijn.

Herstart oudere ensembles. Interessant ook om nog even in eigen land te blijven dat het Orlando kwartet in nieuwe bezetting met cellist Michael Müller als opvolger van Stefan Metz zijn wedergeboorte beleefde als Parkanyi kwartet.

Terzijde blijkt dat het Utrechts strijkkwartet inmiddels een internationale reputatie heeft opgebouwd. Van het flexibele L’Archibudelli rond Vera Beths en Anner Bijlsma is daarentegen helaas minder meer vernomen.

Het Tokio kwartet is terug op cd met Beethovens drie Razoemovsky kwartetten op. 59 (Harmonia Mundi HMU 7423/4. Ook het Endellion kwartet meldt zich weer met Beethovenkwartetten (Warner 2564-62161-2 en 2564-62196-2), ook het Chilingirian kwartet doet weer van zich spreken met de complete strijkkwartetten van McEwen (Chandos CHAN 9880, 9926, 10084 en 10182).

Ad hoc ensembles met beroemdheden. De manier waarop vier solistische beroemdheden soms in kwartetgedaante gaan samenwerken is overigens niet nieuw en hangt vaak nauw samen met kamermuziekfestivals. Denk aan de festivals in Prades en Perpignan waar Pablo Casals mensen als Isaac Stern, Alexander Schneider en Milton Katims om zich heen verzamelde, of later Marlboro waar Alexander Schneider hetzelfde met anderen deed. Nog weer later volgde Gidon Kremer in Lockenhaus met Daniel Phillips, Kim Kaskashian en Yo-Yo Ma; Ma op zijn beurt groepeerde mensen van formaat om zich heen.

Violiste Viktoria Mullova met haar flexibele ensemble en Martha Argerich met ‘friends’ eerst o.a. Dora Schwarzberg, Lucy Hall, Nobuko Imai, Natalia Gutman en Mischa Maisky, later in Lugano met lieden als Maxim Vernerov, Lida Chen, Jorge Bosso en de broers Capuçon begeven zich op dezelfde weg, Thomas Zehetmair deed dat eveneens (Schumann kwartetten!) en Janine Jansen omringt zich op haar Utrechtse kamermuziekfestival evenmin met de geringsten. Verder denk ik aan de samenballing van Christian Tetzlaff, Isabelle Faust, Heinrich Schiff, Lars Vogt met een paar aanderen in werken van Brahms en Mendelssohn. En bijna steeds is de uitkomst onverwacht positief alsof die musici zonder ingeslepen routine floreren in de hecht intimiteit van de kamermuziek.

Nieuwkomers en masse. Wie in de discografie hieronder kijkt, zal zelfs wanneer hij/zij meent erg goed thuis te zijn in de kwartetwereld heel wat namen ontdekken die nieuw zijn. Op een paar uitzonderingen na manifesteren ze zich ook (nog) niet op de Nederlandse podia, maar wat niet is, kan nog komen. In elk geval vallen hun vaak lang niet geringe bijdragen per cd te genieten.

Ook andere nieuwe kwartetten manifesteren zich her en der: in Engeland het Belcea kwartet, in de V.S. het Pacifica kwartet, in Duitsland het Klenke-, het Artemis- en het Henschel kwartet, in Frankrijk het Danel- en Diotima kwartet. Het duizelt bij een overzicht van wat andere namen van betrekkelijk nieuwe formaties die te binnen schieten zijn – in alfabetische volgorde - die van het Amar corde-, Archaeus-,  Bochmann-, Borromeo-, Bridge-, Carducci-,  Casals-, Cicada-, Coull-, Debussy-, Elysian-, Emperor-, Enso-, Eroica-, Fauré-, Flesh-, Joachim-, Kocian-, Kreutzer-, Lafayette-, Latijns-Amerikaans-, Manfred-, Miro-, Modern-, Potomac-, Sacconi-, Tempera-, Turtle Island-, Vanburgh-, Vogler-, Ying- en Ysaye kwartet. En daarmee is de lijst beslist niet uitgeput.

Repertoire te over. Het is logisch dat de nieuwe ensembles zich niet nog eens hoeven te werpen op de canon uit de klassieke kwartetliteratuur, bestaande uit de werken in dit genre van Haydn, Mozart, Beethoven, Schubert, Brahms, Bartók, Shostakovitch met zijlijnen naar Schumann, Mendelssohn, Dvorak, Smetana, Borodin, Grieg, Tschaikovsky, Chausson, Fauré, Debussy, Ravel, Reger, Janácek, Sibelius, Glazoenof, Webern, Britten, Ligety, Lutoslawski om nog maar te zwijgen van Berio, Birtwistle, Ferneyhough, Goebaidoelina Rihm, Stockhausen (helicopterkwartet!), Xenakis e.v.a. Ook dat blijkt uit de discografie hieronder en nog is dat slechts een topje van de ijsberg.

Neem het Fauré kwartet dat zich exclusief toelegt op pianokwartetten. Dat is geen beperking tot de bekende van Mozart, Beethoven, Mendelssohn, Schumann, Brahms, Dvorak, Fauré en Enesco. Ook lieden zo verschillend als Bacewicz, Barber, Bax, Beamish, Bliss, Bridge, Casadesus, Chausson, Copland, Crumb, Diamond, Dusapin, Fuchs, Glass, Goetz, Hahn, Hartmann, Herzogenberg, d’Indy, Ives, Jenner, Jongen, Koering, Kyburz, Lachenmann, Lekeu, McEwen, Martinu, Maxwell Davies, Nancarrow, Nono, Pärt, Piston, Pleyel. Reger, Ries, Riley, Röntgen, Saint-Saëns, Sallinen, Schnittke, Schulhoff, Scott, Sculthorpe, Sibelius, Stanford, R. Strauss, Suk, Surinach, Tanejef, Turina, Veress, Villa-Lobos en Weinberg leverden repertoire voor deze combinatie.

Meer vrouwen. Niet alleen in – zelfs in Duitssprekende landen – zijn gelukkig steeds meer heel capabele vrouwen zich- en hoorbaar. Die ontwikkeling heeft zich logischerwijs ook in de strijkkwartet wereld voortgezet. Weliswaar was er in de V.S. ooit een heel goed, uit vier nonnen bestaand kwartet, nu hebben we tenminste het Klenke- en het Sorrel kwartet als vrouwelijke nieuwkomers.

Globalisering. Niet alleen het repertoire wordt steeds internationaler, ook uit de samenstelling van menig strijkkwartet blijkt hoe harmonisch verschillende nationaliteiten met vaak een eigen cultuur kunnen samenwerken binnen één hecht ensemble. Mogelijk een nuttig blijk van kruisbestuiving en zeker eentje als bewijs dat muziek een wereldtaal is.

De markt vraagt. Heel aangenaam stemt dat er kennelijk een markt is voor al deze ensembles en voor het genre. Wat ook opvalt is dat al dan niet in opdracht ook heel wat nieuwe werken voor strijkkwartet (zijn) ontstaan. Zie opnieuw de discografie en bekijk de lijst met werken die dè initiatiefnemer van deze uitbreiding, het Kronos kwartet, op Nonesuch afleverde met werk van een aantal hierboven al genoemde componisten plus Adams, Feldman, Górecki, Johnson, Mansell, Ostertag, Reich, Tan Dun, Volans en anderen.

Soms leidt dat tot verdwazing en flauwekul en wordt haast verraad aan het genre gepleegd. Een genre dat Dan krijgen trucjes, improvisaties, gewilde associaties, transcripties, het aanleunen tegen popmuziek, jazz en Afrikaanse volksmuziek iets gewilds. Om daarover te oordelen is het nuttig eens naar dat Kronos kwartet te luisteren met werken van Jimi Hendrix, Jon Hassell, Thomas Oboe Lee, Ornette Coleman, Ben Johnston, John Zorn, John Lurie en István Marta met min of meer geslaagde pogingen tussen synthese tussen allerlei vormen en genres. Andere, ergere voorbeelden leveren het Turtle Island- en het Flesh kwartet.

Met gasten. Een laatste vermeldenswaardige tendens is dat als genre de optredens van strijkkwartetten soms worden opgerekt of aangepast. Bijvoorbeeld door een spreker gedichten te laten reciteren, door een extra pianist, blazer (fluit, hobo, klarinet, hoorn), een altist of een cellist mee te brengen en in het programma te integreren. De kwartetseries op de vaderlandse podia geven blijk van die meestal best fijne verbreding, uit het cd repertoire spreekt die nog duidelijker. Opnieuw: zie hieronder.

Vaak obscure labels. Zoals nieuwkomers in de wereld van het strijkkwartet zich nauwelijks nog nadrukkelijk kunnen profileren in standaardrepertoire, zo zijn ze noodgedwongen voor het langs elektronische weg verbreiden van hun prestaties aangewezen op kleine labels of moeten ze dat via producties in eigen beheer doen. Veel van de hieronder aan bod komende cd merken leiden een obscuur, bij de meeste cd kopers onbekend bestaan. Maar de opnamekwaliteit is daar meestal niet minder om.

 

Bij wijze van conclusie

Het blijkt goed te gaan met de kamermuziek in het algemeen en het strijkkwartet in het bijzonder in deze in cultureel opzicht bar wordende tijden. Niet zo verwonderlijk. Zeker beginnende kwartetten zijn door hun compacte samenstelling betaalbaarder en beter in kleine ruimtes onder te brengen dan grote ensembles.

Sinds een jaar of dertig maken het genre zowel als de vertolkers een zeer te begroeten opbloei mee. Daarmee wordt de cynische uitspraak van Pierre Boulez (die ook al vond dat alle operagebouwen moesten worden opgeblazen) “het strijkkwartet is dood” volkomen gelogenstraft. De kwartetwereld is niet verschrompeld, de kwartetcultuur is niet museaal

 

Discografie

Bacewicz: Strijkkwartetten nr. 4 en 7; Pianokwintet. Amar corde kwartet met Waldemar Malicki. Acte préalable AP 0019.

Beamish: Strijkkwartetten nr. 1 en 2. Emperor kwartet. BIS CD 1511.

Beethoven: De 6 strijkkwartetten op. 18. Miró kwartet. Vanguard ATMCD 1655.

Beethoven: Strijkkwartet nr. 1; Strijkkwintet. Ysaye kwartet met Shuli Waterman. Aeon AECD 0533.

Bliss: Klarinetkwintet; Strijkkwartet nr. 2. Maggini kwartet met David Campbell. Naxos 8.557394.

Brahms: Strijkkwartet nr. 1; Strijkkwintet. Belcea kwartet met Thomas Kakuska. EMI 557.662-2.

Bridge: Strijkkwartet nr. 1; Strijkkwintet. Bridge kwartet met Ivo-Jan van der Werff. Meridian CDE 84525.

Bridge: Strijkkwartetten nr. 3 en 4. Maggini kwartet. Naxos 8.557283.

Cage: Strijkkwartet; Maderna: Strijkkwartet; Saariaho: Nymphes. Cikada kwartet. ECM 472.422-2.

Copland: Werken voor strijkkwartet. Borromeo kwartet. Arabesque Z 6794-2.

Britten: de 3 strijkkwartetten; 3 Divertimenti. Belcea kwartet. EMI 557.968-2.

Casadesus: Strijkkwartetten nr. 1-4. Manfred kwartet. Opus Millésme. GCK 20041.

Debussy: Strijkkwartet; Zemlinsky: Strijkkwartet. Casals kwartet. Harmonia Mundi HMI 98.7057.

Diamond: Strijkkwartetten nr. 1, 5 en 6. Potomac kwartet. Albany TROY 613.

Dusapin en Koering: Strijkkwartetten. Daniel kwartet. Accord 464.1919.

Fauré: Strijkkwartet; Ravel: Strijkkwartet. Debussy kwartet. Arion ARN 68647.

Franck: Strijkkwartet; Samazeuilh: Strijkkwartet. Joachim kwartet. Calliope CAL 9889.

Glazoenov: Strijkkwartetten nr. 2 en 4; Elegie. Utrechts strijkkwartet. MDG 603.1237-2.

Lachenmann: Strijkkwartet. Diotima kwartet. Assai 222492.

Ligeti: Strijkkwartetten nr. 1 en 2. Artemis kwartet. Virgin 336.943-2.

McEwen: Strijkkwartetten nr. 2, 8 en 15. Chilingirian kwartet. Chandos CHAN 10182.

Maxwell Davies: Naxos kwartetten nr. 1 en 2. Maggini kwartet. Naxos 8.557396.

Maxwell Davies: Naxos kwartetten nr. 3 en 4. Maggini kwartet. Naxos 8.557397.

Mendelssohn: Strijkkwintet nr. 2; Brahms: Pianokwintet. Christian Tetzlaff, Isabelle Faust, Stefan Fehlandt, Hartmut Rohde, Gustav Rivinius, Heinrich Schiff en Lars Vogt. EMI 557.799-2.

Mendelssohn: Werken voor strijkkwartet. Pacifica kwartet. Cedille CDR 90000082.

Mendelssohn: Strijkkwartetten nr. 1 en 4; 4 Fuga’s. Vogler kwartet. Profil Medien PH 04091.

Mendelssohn: Strijkkwartetten nr. 3 en 4; 4 Stukken. Henschel kwartet. Arte Nova 82876-60848-2.

Mendelssohn: Strijkkwartetten nr. 5 en 6; 4 Stukken; Tema con variazioni; Capriccio. Eroica kwartet. Harmonia Mundi HMU 90.7288.

Mozart: De 2 pianokwartetten. Fauré kwartet. DG 477.5885.

Mozart: Strijkkwartetten nr. 1-13. Casals kwartet. Harmonia Mundi HMI 98.7060/2.

Mozart: Strijkkwartetten nr. 14 en 15. Klenke kwartet. Profil Medien PH 04027 en Mozart: Strijkkwartetten nr. 17 en 19; Adagio en fuga. Coull kwartet. Somm Céleste SOMMCD 040.

Piazzolla: Le grand tango. Carducci kwartet met gasten. Channel Classics CCSSA 19804.

Pleyel: Strijkkwartetten nr. 1-3. Enso kwartet. Naxos 8.557496.

Rihm: Strijkkwartetten nr. 5 en 6. Minguet kwartet. Col Legno WWE 1CD 20212.

Röntgen: Pianokwintet; Serenade e.a. Párkányi kwartet met Euterpe blaaskwintet e.a. Cobra 0016/7.

Schulhoff: Werken voor strijkkwartet. Kocian kwartet. Praga DSD 250.203.

Schulhoff, Hindemith, Busch en Weill: Werken met strijkkwartet. Utrechts strijkkwartet met Ivo Jansen en Arno Bornekamp. OTR C 100386.

Scott: Strijkkwartetten nr. 1, 2 en 4. Archaeus kwartet. Dutton CDLX 7138.

Shostakovitch: Complete strijkkwartetten. Danel kwartet. Fuga libera FUG 512 (5 cd’s).

Shostakovitch: Strijkkwartetten nr. 1 en 12; Pianokwintet. Sorrel kwartet met Martin Roscoe. Chandos CHAN 10329.

Shostakovitch: Strijkkwartetten nr. 5 en 15. Sorrel kwartet. Chandos CHAN 10248.

Sibelius: Strijkkwartet; werken voor strijkkwartet. Tempera kwartet. BIS CD 1376.

Stanford: Pianokwintet; Strijkkwintet. Vanbrugh kwartet met Garth Knox en Piers Lane. Hyperion CDA 67505.

Suk: Pianokwartet; Fauré: Pianokwartet nr. 2. Fauré kwartet. Ars Musici AM 1327-2.

Villa-Lobos: Complete strijkkwartetten. Latijns Amerikaans kwartet. Brillant Classics 6634.

Diverse componisten (D’Rivera, Pann, Puts, Torke): Werken voor strijkkwartet. Ying kwartet. Quartz QTZ 2003.

Diverse componisten (Balakrishnan, Lennon/McCartney, Milhaud, Nelson, Price, Summer): Werken voor strijkkwartet. Turtle Island kwartet. Telarc SACD 60630.

Diverse componisten (Chalhoub, Gershwin, Höricht, Huschke, Lüdemann/Hyldgaard, Morricone, Rutledge, Skriptschinsky): Werken met strijkkwartet. Modern strijkkwartet met gasten. Warner 8573-88026-2.

Diverse componisten (Bowie, Coltrane, Davis, Lockwood, Sylla): Werken met strijkkwartet. Flesh kwartet. Warner 2564-61293-2.